Een bijzondere samenwerking in de ruimte

Op 2 maart 2019 werd de eerste ‘Crew Dragon’ de ruimte ingebracht, de nieuwste ruimtecapsule van SpaceX, het bedrijf van Tesla-oprichter Elon Musk. Hiermee komt een einde aan de jarenlange samenwerking in de ruimte tussen NASA en Roskosmos, de leverancier van de alomtegenwoordige Sojoez-raket. Een samenwerking die gek genoeg zijn wortels heeft in de Koude Oorlog.

Ze begonnen niet echt als goede vrienden, de Russische en Amerikaanse wetenschappers die in de tweede helft van de vorige eeuw hun zinnen hadden gezet op ‘de ruimte’. De Sovjet-Unie stuurt in 1957 als eerste een object de ruimte in, de kunstmaan ‘Spoetnik 1’, die een baan om de maan weet te volbrengen. De Amerikanen, overtuigd van hun eigen superioriteit op het gebied van techniek, voelen zich diep vernederd en richten NASA op. Zij moeten en zullen de Russen van repliek dienen, en hoe! Een levend wezen de ruimte in, dat is het nieuwe doel. En dat levend wezen, dat noem je dus geen ‘kosmonaut’, zoals de Russen doen, maar ‘astronaut’, want dat klinkt tenminste anders. Maar ook nu weer zijn de Russen sneller; zij zenden het hondje Laika de ruimte in, dat wordt gevold door de eerste mens in de ruimte: Joeri Gagarin, die in de ‘Vostok I’ een baan rond de aarde beschrijft. Het leidt tot de beroemde toespraak van John F. Kennedy in 1961, waarin hij voorspelt dat de Verenigde Staten van Amerika in de komende jaren de eerste levende mens op de maan zullen zetten.

Geen kritiek

De manier waarop de Russen hun ruimtevaartprogramma verkopen aan hun volk en de wereld wijkt nogal af van die van de Amerikanen. De vrouw van Joeri Gagarin wordt op 12 april 1961 op de hoogte gesteld van zijn verblijf in de Vostok 1, die op dat moment rond de aarde cirkelt, door dezelfde radio-uitzending die de hele Sovjet-natie ontvangt, zo’n anderhalf uur na Gagarins lancering. Ter vergelijking: de NASA spint in de jaren ‘60 direct na het rekruteren van zijn toekomstige astronauten een web van media om deze ‘helden’ heen. Life Magazine betaalt een half miljoen dollar voor interviews met de mannen en hun gezinnen, waardoor zij al helden zijn voordat zij ook maar één stap in een ruimtevaartuig hebben gezet. NASA zendt al zijn pogingen om mens en dier de ruimte in te krijgen live uit op televisie, inclusief alle tegenslagen die zich voordoen. De Sovjet-Unie maakt zijn lanceringen pas enkele uren nadat succesvol hebben plaatsgehad wereldkundig.

Geldgebrek, vrienden en wodka

Al vlak na zijn beroemde speech realiseert Kennedy zich dat hij niet genoeg geld heeft om binnen afzienbare tijd de reis naar de maan te kunnen realiseren. Hij vraagt via de Verenigde Naties de Sovjet-Unie om samenwerking. Een gewaagde zet, want NASA en het Amerikaanse volk zijn tegelijkertijd doodsbenauwd voor het Russische ruimtevaartprogramma. Er gaan geruchten over geheime signalen die de Spoetnik naar Russische spionnen over de hele wereld uitzendt. Niet zo gek, want de kunstmaan zendt daadwerkelijk signalen uit, op een frequentie waarop ook een heel aantal garagedeuren in de VS reageren. De Russen zeggen aanvankelijk een samenwerking toe, maar dit blijkt slechts op papier te zijn en de NASA volbrengt uiteindelijk op eigen houtje zijn zelfopgelegde missie: de eerste man op de maan, in 1969.

In 1975 komt het dan toch tot een echte, uitgevoerde, gezamenlijke missie waar zowel Amerikaanse als Russische kosmonauten aan deelnemen. Het ‘Apollo-Sojoez Test Project’ is de eerste ruimtemissie waaraan meer dan één natie deelneemt. De Amerikanen, die toch op technisch vlak een voorsprong hebben, geven een deel van hun know-how weg, maar kunnen in ruil daarvoor gebruik maken van het gigantische lanceerplatform Bajkonoer. De missie wordt een succes, en niet alleen in wetenschappelijk opzicht. Er worden tal van souvenirs uitgewisseld tijdens de reis, en de Russen staan erop dat de Amerikanen met hen ‘toosten’. De Amerikaanse astronauten zijn niet al te happig want wodka, dat kan natuurlijk niet tijdens een ruimtemissie. Om een diplomatieke rel te voorkomen stemmen zij toch toe en de Russen spuiten een flinke plons Borsjt in de glaasjes van de ruimtereizigers. Het hardst lachen de Russen zelf om deze eigen, zelfbedachte grap.

Toch wordt na deze missie de samenwerking pas weer opgepakt in de jaren ‘90. NASA brengt zijn eigen astronauten naar het Russische ruimtestation Mir, een voorloper en testcase voor het ISS. Russische kosmonauten nemen plaats in Amerikaanse spaceshuttles, en later gebruiken beide naties Russische Sojoez-raketten om het ISS te bevoorraden.

Bekoelde relatie

Tot nu dus. Ruimtevaart is goed voor de wetenschap, zeggen sommigen. Het is ook uitstekend geschikt voor propaganda, vindt iedereen. En het kost geld, heel erg veel geld. Er wordt gespeculeerd dat NASA al die jaren meer financiële middelen heeft ingebracht in de gezamenlijke ruimtemissies dan Roskosmos, de Russische ruimtevaartorganisatie van ná de Sovjet-Unie, en daarom nu maar eens elders gaat shoppen. Anderen verwijten Roskosmos een halsstarrige houding, omdat zij hun Sojoez-raketten eigenlijk nooit hebben willen upgraden en er altijd maar vanuit lijken te gaan dat iedereen bereid is ermee te vliegen. Nog anderen zijn bang dat de samenwerking nu weer plaatsmaakt voor een concurrentiestrijd en dus in wezen het begin markeert van een nieuwe Koude Oorlog. Die dus best zou kunnen leiden tot… een nieuwe samenwerking in de ruimte.