De laatste jaren is er op televisie, in de bioscoop en via internet een toenemend aantal Russische tekenfilms te zien. In Nederland wordt de nagesynchroniseerde serie Masja en de Beer uitgezonden via de NPO, en misschien hebben uw kinderen via Youtube ook al kennis gemaakt met de engelstalige versies van Smesjariki, Fiksiki of Doktor Masjinkova (Doctor McWheelie). In de bioscoop probeert de filmserie De Sneeuwkoningin – gebaseerd op het sprookje van Hans Christian Andersen – te concurreren met de immens populaire Disneyvariant van het verhaal, Frozen. Waar komt die stortvloed aan Russische tekenfilms zo opeens vandaan? Is de Russische overheid soms bezig met een charmeoffensief?
De Estse docent aan de universiteit van Talinn Priit Hobemagi is van mening dat dit inderdaad het geval is. Hij beschouwt de tekenfilmserie Masja en de Beer namelijk als een vorm van soft propaganda, bedoeld om westerse kinderen een positief beeld van Rusland voor te schotelen. Dit zou de veiligheid van de Baltische staten in gevaar kunnen brengen. Ook de Britse veiligheidsexpert Anthony Glees ziet in het personage Masja, met haar pittige en uitdagende gedrag, een “poetineske figuur.” Animaccord, de productiemaatschappij achter de succesvolle tekenfimserie, reageerde op deze aantijgingen door te zeggen dat zij los van de Russische overheid opereert en nooit enige vorm van staatssteun heeft ontvangen.
Waarschijnlijk heeft Masja’s bedekkende kleding ertoe bijgedragen dat de serie ook in een streng islamitisch land als Indonesië uitermate populair is.
Masja en de Beer bestaat nu elf jaar en is wereldwijd een uiterst succesvolle serie. Eén aflevering – Recipe for Disaster- heeft bijna 3,7 miljard views op Youtube en staat daarmee op de vierde plaats van de best bekeken Youtube-video’s ooit. Saillant detail: de rest van de top tien bestaat uitsluitend uit muziekvideo’s. De serie is gebaseerd op een Russisch volkssprookje en gaat over de avonturen van een klein meisje, Masja, dat een goedmoedige beer als babysitter heeft. Masja gaat gekleed in traditionele kledij, bestaande uit een sarafan (een lange overgooier) en een hoofddoek, waarmee haar herkomst uit de Russische sprookjeswereld in herinnering wordt gebracht. Waarschijnlijk heeft Masja’s bedekkende kleding ertoe bijgedragen dat de serie ook in een streng islamitisch land als Indonesië uitermate populair is. Deze meermaals bekroonde serie wordt in meer dan 100 landen uitgezonden. Inmiddels zijn er al een aantal spin-offs van gemaakt en wordt er goed geld verdiend aan op de serie gebaseerde merchandise.
Er zijn echter Russische tekenfilms die ook populair zijn in het Westen, waar de Russische overheid wel degelijk bij betrokken is. Zo krijgt Fiksiki, in het Engels vertaald als The Fixies, financiële steun van het Russische ministerie van Cultuur. Deze serie gaat over wezentjes die op schroeven lijken en die in allerlei huishoudelijke apparatuur wonen. In iedere aflevering wordt de werking van een specifiek apparaat uit de doeken gedaan. Kinderen doen op deze manier basiskennis op van de werking van elektriciteit en andere natuurkundige fenomenen. Verder wordt hen aangeleerd om zorgvuldig met apparatuur om te gaan. Het pedagogische gehalte van de serie is blijkbaar de reden waarom het Ministerie van Cultuur in deze serie investeert, al zou financiële steun vanuit Onderwijs en Wetenschap meer voor de hand liggen.
Ook inhoudelijk ligt de lat hoog: zo zat ik laatst mijn vijfjarige zoontje naar een aflevering te kijken waarin het sociologische principe van de piramide van Maslow werd uitgelegd.
Ook in de animatiereeks Smesjariki, die op de Duitse televisie te zien is onder de naam Kikoriki, hаd de Russische overheid de hand. Het ministerie van Cultuur financierde de serie niet alleen, maar was in 2004 de ook opdrachtgever voor deze tekenfilm, die onderdeel uitmaakte van een pedagogisch project dat “humanisme en vredelievendheid onder kinderen wil bevorderen.” Er werd gekozen voor een humoristische animatiereeks voor op televisie, omdat uit onderzoek blijkt dat kinderen juist via de massamedia veelvuldig blootgesteld worden aan geweld. Met de Smesjariki wilde het ministerie op een laagdrempelige manier “een alternatief wereldbeeld aanbieden” aan kinderen van 4 tot 9 jaar. In totaal zijn er 11 seizoenen gemaakt. De serie draait om een negental bolvormige dieren (de naam Smesjariki is een samentrekking van de Russische woorden smesjnyje en sjariki: grappige bolletjes), die allerlei avonturen beleven, waarbij hun (menselijke) interactie centraal staat. De personages bestaan onder meer uit een konijn met ADHD, een verlegen en welopgevoede egel, een melancholiek schaap dat gedichten schrijft, een varkentje met prinsessengedrag, een boertige beer die de hele dag in de moestuin werkt, een wijze oude uil en een pinguïn die uitvinder is en met een Duits accent spreekt. De serie is erg grappig, zeer talig en is in het Russisch uitstekend ingesproken door bekende theateracteurs. Ook inhoudelijk ligt de lat hoog: zo zat ik laatst met mijn vijfjarige zoontje naar een aflevering te kijken waarin het sociologische principe van de piramide van Maslow werd uitgelegd. Ook deze serie kent een aantal spin-offs, waaronder een reeks voor de allerkleinsten en eentje voor kinderen tot 14 jaar, waarin aandacht wordt besteed aan technologie en de basics van het programmeren. De Smesjariki-reeks wordt in 60 landen uitgezonden en bereikt een publiek van meer dan 50 miljoen kijkers. Er zijn plannen voor een nieuwe spin-off, die in coproductie met de Chinese centrale televisieomroep zal worden gemaakt.
Waarschijnlijk is het buitenlandse succes van deze series gewoon te verklaren door het feit dat ze kwalitatief erg goed gemaakt zijn
Ik heb tijdens mijn research voor dit artikel geen aanwijzingen kunnen vinden voor het gegeven dat er in deze series bewust aan pro-Russische propaganda wordt gedaan. Oorspronkelijk werden ze dan ook alleen voor de Russische markt gemaakt. Opvallend is dat alle beschreven series in het begin van de jaren 2000 zijn opgestart. In die tijd was de Russische economie stabiel genoeg om ruimte te bieden aan de ontwikkeling van de creatieve industrie. Waarschijnlijk is het buitenlandse succes van deze series te verklaren door het feit dat ze kwalitatief erg goed gemaakt zijn – de Russische tekenfilmindustrie kan zich immers op een rijke (Sovjet-)traditie beroepen. Blijkbaar laten de verhalen zich ook goed vertalen naar andere culturen. Als daarbij enige propaganda voor vredelievendheid en het aanwakkeren van enthousiasme voor de wetenschap meekomen, dan lijkt dat mij persoonlijk zo gek nog niet!
KLAWA KOPPENOL, AUGUSTUS 2019