Hoe denken de nieuwste studenten van ITV over hun toekomstige beroep?

Hoe denken de eerstejaarsstudenten van ITV over vertalen? Wat moet een vertaler eigenlijk allemaal kunnen? Wat is er zo leuk aan vertalen? Welke verwachtingen hebben deze nieuwe vertalers van het vak? En is vertalen eigenlijk een vak of een wetenschap? We hebben het aan hen gevraagd. Lees hier hoe zij denken over hun toekomstige beroep…

Iedereen denkt tegenwoordig te kunnen vertalen. Gooi Google translate over een stukje tekst, schaaf het een beetje bij en klaar is kees. In de praktijk gaat het helaas steeds vaker zo, waardoor bedrijven niet altijd meer gebruik maken van professionele vertalers. Maar vertalen is veel meer dan een beetje post-editen en een vertaler moet zelf heel veel meer kunnen om een goede vertaling af te leveren. Enige aanleg en een goede taalvaardigheid in de werktalen spreken hierbij voor zich. Maar ook taalgevoel speelt een belangrijke rol. Zoals de Russisch-Duits vertaalster Swetlana Geiser in de documentaire Die Frau mit den 5 Elefanten zegt: ‘Voor een vertaling moet je kijken naar het geheel en de muziek van een tekst’. Het gaat erom welke woorden je kiest om de tekst als geheel goed te laten klinken. Het is dan ook niet verwonderlijk dat gezegd wordt dat een goede vertaler ook een goede tekstschrijver moet zijn. Dat is niet iets wat je met een vertaalmachine voor elkaar kunt krijgen. Verder is een vertaler bijzonder leergierig en nieuwsgierig. Hij is immers altijd op zoek naar oplossingen voor vertaalproblemen of culturele verschillen. Hier komt een stukje creativiteit bij kijken en de wil om het naadje van de kous te weten. Een vertaler is nauwkeurig en geduldig. Een snelle, afgeraffelde vertaling is uit den boze. Verder houdt een vertaler terminologielijstjes bij en zorgt ervoor voortdurend op de hoogte te zijn van de actualiteiten in zijn taalgebieden. Daarbovenop komt dat een vertaler altijd aan het studeren is, denk alleen al aan de permanente opleidingspunten die een beëdigd vertaler jaarlijks moet halen om in het register ingeschreven te blijven staan.

Goed zijn in een taal, betekent nog niet dat je ook een goede vertaling kan maken – Paula

Aan de basis van de liefde voor het vak vertalen ligt meestal een algemene interesse voor taal en cultuur. Hoewel de meeste vertalers ooit op slag verliefd zijn geworden op de taal en het bijbehorende taalgebied met zijn cultuur, zijn er ook vertalers die zich een taal noodzakelijkerwijs eigen hebben gemaakt, zoals expats. Zij hebben er baat bij om de taal en de cultuur van de maatschappij waarin zij leven te begrijpen om sociale contacten te kunnen leggen. Hoe dan ook, alle vertalers staan voor dezelfde uitdaging: ervoor zorgen dat de brontekst zo correct en zo soepel mogelijk doorklinkt in de doeltekst. En dat is precies wat er zo leuk is aan vertalen. Het is niet altijd makkelijk om het juiste woord of de juiste constructie te kiezen, omdat er vaak meerdere mogelijkheden zijn. Denk aan de zogenaamde realia, woorden of gedragingen die land- of cultuurspecifiek zijn, zoals de Nederlandse bitterbal of de uitdrukking laisser-faire. Afhankelijk van de context zal hier een oplossing voor gevonden moeten worden. Maar een vertaler houdt ervan om hiermee te ‘spelen’, om net zo lang te puzzelen met woorden tot hij de vertaling gevonden heeft die de brontekst exact weergeeft. Niet alleen op woord of op zinsniveau moet het kloppen, maar ook binnen het geheel en op de juiste toon. Daarnaast is een vertaler dol op achtergrondinformatie. Hij wil precies begrijpen waar het in de brontekst om gaat en struint daarvoor heel wat internetsites af. Het is bijvoorbeeld onmogelijk om een bepaald fenomeen uit de middeleeuwen goed te vertalen zonder te weten hoe de maatschappij er in die tijd uitzag.

Een vertaler is nauwkeurig, nieuwsgierig en altijd aan het studeren – Olga

Elke geleverde vertaling vormt een brug tussen mensen die elkaars taal niet begrijpen. Met het vak vertalen komt communicatie tot stand en een vertaling heeft daarnaast ook een culturele functie. Het geeft mensen de gelegenheid om elkaar beter te begrijpen. Het verrijkt het sociale leven. Het vak vertalen heeft ook een persoonlijk doel. Een vertaler verrijkt zijn leven lang kennis van beide talen en culturen en is doorgaans gespecialiseerd in een vakgebied dat zijn interesse heeft. Dit geeft de mogelijkheid om vakmanschap te leveren en daarmee ingehuurd te worden als specialist. Het is echter wel hard werken. Specialisme en vakmanschap betekent blijven leren en ervoor zorgen dat kennis up-to-date blijft. Dat vergt behoorlijk wat discipline en doorzettingsvermogen. Een zelfstandig vertaler moet daarnaast sociaalvaardig zijn. Hij moet aan voldoende opdrachtgevers zien te komen. En dit is niet makkelijk, zeker door de komst van steeds beter wordende vertaaltechnologieën.

Het is een uitdaging om een brontekst je eigen te maken, tot je de structuur herkent en de melodie hoort om die vervolgens te laten doorklinken in de doeltekst – Peter

Men spreekt vaak over vertalen als vak. Vertalers in spé studeren immers aan een vertalersvakschool, een hbo-instelling, en niet aan een universiteit. Het lijkt ook wel een terechte conclusie, want een perfecte beheersing van beide talen en kennis van vertaaltheorie alleen is niet genoeg. Het is namelijk niet gezegd dat je met deze ingrediënten alleen een goede vertaling kunt maken. Het gaat er meer om hoe je deze kennis in praktijk brengt. Je moet veel vertaalkilometers maken om goed te kunnen vertalen. Vergelijk het met autorijden. Je doet eerst het theorie- en daarna het praktijkexamen. Vervolgens zul je nog veel moeten autorijden om het je helemaal eigen te maken. Met vertalen is dat net zo. Er zijn taalhandelingen en grammaticaregels waar je je aan moet houden, maar je moet ze wel goed kunnen toepassen en je creativiteit gebruiken om er iets moois van te maken. Het vak heeft wel elementen uit de taalwetenschap.

Bij vertalen is het niet één plus één is twee. Daarom is vertalen geen wetenschap – Charlotte

Vertalers hebben hun B-taal grondig bestudeerd op syntaxis, semantiek en lexicologie. En op vertaalacademies wordt vertaaltheorie onderwezen. Maar als vertalen enkel als een wetenschap zou worden gezien, zou het volledig door vertaalmachines kunnen worden overgenomen. En dat is niet zo, want dan gaan we immers aan het hier eerder beschreven onmisbare taalgevoel voorbij. In die zin is vertalen dus een combinatie van vakmanschap en wetenschap. De nieuwe vertalers zijn overigens nog steeds van mening dat vertalen niet zonder meer overgenomen kan worden door vertaalmachines. Om een goede vertaling te maken is naast kennis van taal en cultuur ook taalgevoel nodig. En nauwkeurigheid. Het leukste aan vertalen is: net zo lang aan een tekst schaven totdat de brontekst doorklinkt in de doeltekst. Vertalen is hard werken, maar biedt een zekere mate van vrijheid en ruimte voor creativiteit. Het is een vak, maar met een wetenschappelijke dimensie.