Aan de Iberische zuidkust ligt een eenzame berg. In de oudheid werd hij aangeduid als één van de zuilen van Hercules, maar tegenwoordig kennen we hem beter als de Rots van Gibraltar. Deze rots heeft in de loop der eeuwen vele heersers gehad, maar nu zwaaien de Britten er al een tijdje de scepter. Hoe is Gibraltar eigenlijk in Britse handen gevallen en waarom verzetten de Gibraltarezen zich tegen de Spaanse claim op hun schiereiland?
Het schiereiland en de rots waren lang onbewoond. De naam Gibraltar is afgeleid van het Arabische ‘Jabal Tariq’, wat ‘de berg van Tariq’ betekent en in het Arabisch duidt men het gebied nog steeds zo aan. De Tariq in kwestie was de generaal Tariq ibn Ziyad, die in 711 vanuit Noord-Afrika naar het Iberisch schiereiland overstak om daar een succesvolle veroveringstocht te beginnen, en volgens de legende ging hij bij Gibraltar aan land. Hij was ook de eerste die er een fort en een nederzetting bouwde.
De naam Gibraltar is afgeleid van het Arabische ‘Jabal Tariq’, wat ‘de berg van Tariq’ betekent, naar generaal Tariq ibn Ziyad.
Er is door de eeuwen heen nog veel meer om Gibraltar gevochten vanwege de strategische ligging bij de ingang van de Middellandse Zee, maar na een reeks overheersers en oorlogen is Gibraltar nu alweer drie eeuwen in Britse handen, sinds 1704. Mocht het Verenigd Koninkrijk er echter ooit weer weg willen, dan is het volgens het verdrag van de Vrede van Utrecht verplicht om Gibraltar eerst aan Spanje aan te bieden.
De Gibraltarezen zijn een mengelmoes van Britten, Italianen, Maltezen en Spanjaarden. Tegenwoordig voelen de meesten van hen zich enerzijds Gibraltarees en anderzijds Brits. Dit is echter niet altijd zo geweest. Tot de Tweede Wereldoorlog spraken de meeste inwoners van Gibraltar niet eens Engels, maar grotendeels Spaans, en in het Verenigd Koninkrijk zag men het schiereilandje vooral als een strategisch gelegen kolonie. Tijdens de oorlog besloot de Britse overheid dat de banden met de Gibraltarese bevolking aangehaald moest worden en zodoende moesten de scholen voortaan het Britse curriculum aanbieden, in het Engels. Doordat bovendien de relatie met Spanje onder de dictator Franco verslechterde, ontstond er in Gibraltar een anti-Spaans sentiment. Van 1969 tot 1985 was de Gibraltar-Spaanse grens zelfs helemaal dicht.
Van de Gibraltarezen stemde 95 procent tegen de Brexit.
In de jaren negentig bloeide de economie van Gibraltar op dankzij de gemeenschappelijke Europese markt waar het samen met het Verenigd Koninkrijk lid van werd, en ook dankzij de vele Spanjaarden die er een baan hebben: tegenwoordig gaan 11.000 Spanjaarden dagelijks heen en weer naar Gibraltar om er te werken. In vergelijking met het inwoneraantal van 35.000 is dat een significant aantal. Maar de Brexit zou wel eens roet in dit economische eten kunnen gooien, want zoals het er nu naar uitziet verlaat Gibraltar binnenkort, samen met het VK, de gemeenschappelijke Europese markt. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat 95 procent van de burgers in Gibraltar tegen de Brexit stemde. Sommigen in Gibraltar kijken met argusogen naar de problemen rondom de Noord-Ierse grens en vragen zich af of zij ook het risico lopen om bijvoorbeeld geïsoleerd te raken van zowel Engeland als Europa. Anderen vrezen dat Gibraltar uiteindelijk toch aan Spanje cadeau gedaan zal worden. Hoe het ook zij, de Brexitonderhandelingen zullen in Gibraltar met zorg gevolgd worden.