Wie door de schilderachtige vakwerkdorpjes langs de Deutsche Weinstrasse rijdt, kan niet vermoeden dat deze toeristische route is ontstaan tijdens een inktzwarte periode in de Duitse geschiedenis. Het 85 jaar oude marketingproject is nog steeds succesvol, ondanks het duistere verleden. Over de pijnlijke ontstaansgeschiedenis zwijgt men liever, maar wordt het langzamerhand niet eens tijd voor meer openheid?
In het zuiden van de Duitse deelstaat Rijnland-Palts, net ten noorden van de Franse Elzas loopt sinds 1935 de toeristische route de Deutsche Weinstrasse. Deze oudste toeristische route ter wereld is nog steeds erg geliefd bij bezoekers vanwege het prettige klimaat, de lekkere wijn en de mooie natuur. De promotiewebsites en plaatselijke VVV’s hangen dan ook niet aan de grote klok dat deze route eigenlijk te danken is aan de nazi’s die er in de jaren dertig flink werk van hebben gemaakt om het gebied op de kaart te zetten. Toch gaan er tegenwoordig steeds meer stemmen op om de geschiedenis niet langer dood te zwijgen, maar op een verantwoorde manier door te vertellen aan de huidige generatie. Het maakt er de mooie wijnen en het fraaie landschap niet minder op.
Het jaar 1934 had een prachtige zonnige nazomer met een record wijnoogst als gevolg. Maar wie moest al die wijn verkopen? De meeste wijn werd namelijk verhandeld door Joodse handelaren, maar zij hadden van de nazi’s een beroepsverbod gekregen. En aan wie moest de wijn worden verkocht? Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog waren er in het Verdrag van Versailles stevige handelsbeperkingen opgenomen voor Duitse goederen, en de wijnexport werd sterk door Frankrijk gereguleerd. Er was geen grote internationale afzetmarkt meer voor Duitse wijnen.
Op grootse wijze werd de wijnroute op 19 oktober 1935 geopend onder het motto Kampf und Volk- Wein und Wahrheit.
Gauleiter Joseph Bürckel, de leider van de toenmalige regio Gau Saarpfalz (Rijksgouw Westmark) had een idee: de aanleg van een toeristische auto(bus)route door het wijngebied van de Pfalz met goede bewegwijzering, comfortabele overnachtingsplekken en een keur aan taveernes en wijngoederen waar de vakantieganger zich de wijnen kon laten smaken. De route zou beginnen op de Franse grens met een groots gebouw als markeringspunt. Een landmark dat overigens ook bedoeld was als provocatie naar de Fransen, die het al van verre moesten kunnen zien.
En zo gebeurde het. In het dorpje Schweigen-Rechtenbach, pal op de Franse grens, verrees een indrukwekkend achttien meter hoog bouwwerk, de Deutsche Weintor, aan de Franse zijde getooid met hakenkruis en Rijksadelaar zodat de bewoners in het Franse stadje Wissembourg duidelijk konden zien met wie ze te maken hadden. Op grootse wijze werd de wijnroute op 19 oktober 1935 geopend onder het motto Kampf und Volk- Wein und Wahrheit (Strijd en Volk, Wijn en Waarheid). Joseph Bürkel voerde een kolonne van 300 auto’s aan die de 85 kilometer van het tracé tussen Schweigen-Rechtenbach en het noordelijke eindpunt van de route bij Bockenheim aflegde. Een eenmotorig vliegtuig ging de kolonne voor. Geheel passend in het nazi-jargon werd de gebeurtenis een Weihe genoemd, een inwijdingsritueel.
De adelaar prijkt nog steeds op de zuidgevel van de poort, al is wel het hakenkruis tussen zijn klauwen weggebikt.
Het is genoegzaam bekend hoe het afliep met de nazi’s. Maar als je vandaag de dag vanuit de noordelijke Elzas de grens met Duitsland nadert, kun je al van grote afstand een imposante poort zien staan. Inderdaad, de Deutsche Weintor staat gewoon nog overeind. Ook de adelaar prijkt nog steeds op de zuidgevel van de poort, al is wel het hakenkruis tussen zijn klauwen weggebikt. Het is een van de weinige tastbare herinneringen aan de grimmige tijden waarin de route is ontstaan.
Na de oorlog, en helemaal toen het Duitse Wirtschaftswunder op stoom was gekomen, bleek de route een grote publiekstrekker. Talloze vakantiegangers en dagjesmensen toerden door de bewijnrankte heuvels en genoten van het milde klimaat en de wijn. Andere regio’s, ook buiten Duitsland, zagen het succes en namen het concept over. Tegenwoordig kennen we bijvoorbeeld een Badische en een Sächsische Weinstrasse. Nota bene de Fransen vonden het zo’n goed idee dat ze al in 1953 aansluiting hebben gezocht op de Deutsche Weinstrasse met hun Route des vins d’Alsace die, niet langer belemmerd door oorlogsconflicten, gewoon tot aan de Deutsche Weintor werd doorgetrokken.
Het is ook gewoonweg interessant en niet alléén maar pijnlijk om meer te weten te komen over de geschiedenis
Niet veel toeristen kennen het verhaal achter de Weinstrasse, maar de laatste jaren neemt de aandacht voor de geschiedenis toe, vooral vanuit de streek zelf. Behalve dat het in de tijdgeest past om open te zijn over negatieve gebeurtenissen uit het verleden, staat de regio inmiddels sterk genoeg in de schoenen om de confrontatie aan te gaan. Door het steeds gunstiger klimaat en door technische vooruitgang worden de wijnen beter, wat het gebied nóg aantrekkelijker maakt voor fijnproevers. De Pfalz kan dus wel en stootje hebben. Daarnaast is het intussen al zo lang geleden dat het ook gewoonweg interessant is en niet alléén maar pijnlijk om meer te weten te komen over de geschiedenis. Op de toeristische informatiekanalen wordt er nog met geen woord over gerept, maar in andere media hoor je steeds vaker de roep om zorgvuldig historisch onderzoek naar de oorsprong van de route en naar de beweegredenen en acties van de beruchte Gauleiter Bürckel. De streekbewoners vinden het daarbij wel belangrijk dat wetenschappers zich hierover buigen, en niet de sensatiepers. Dat laatste zou de regiomarketing geen goed doen.
Het is afwachten wat er allemaal nog naar buiten komt over de ontstaansgeschiedenis van de Weinstrasse. In ieder geval is het de moeite waard om eens een bezoek te brengen aan dit gebied. Vooral in september en oktober komen de stille dorpjes tot leven als alle wijnboeren hun binnenplaatsen vol zetten met lange tafels en de (jonge) wijn rijkelijk vloeit tijdens een van de meer dan 200 wijnfeesten per jaar. Er worden altijd wel een paar veldjes opengesteld voor de talrijke wijnliefhebbers die per camper op de feesten afkomen. Want na een rondgang langs de hoven kun je beslist niet meer in de auto stappen. Ook buiten het seizoen zijn er trouwens veel wijnboeren die een Strausswirtschaft uitbaten waar je terecht kunt voor een goede hap en gul uitgeschonken glazen wijn.