De Día de los Muertos, de dag waarop de Mexicanen het leven juist vieren

De Día de los Muertos is een uitbundig feest. De Mexicanen bouwen in hun huis of op het graf een altaar voor de overleden familieleden. Naast een foto en een kaars voor hun geliefden overladen de familieleden het altaar met etenswaren, drank en cempasúchil-bloemen, ofwel Afrikaantjes. Voor deze dagen bakken ze speciaal zoet brood met anijs en sinaasappelschil, met versieringen in de vorm van botten: het pan de muerto. Typisch zijn ook de bonte schedels, de calaveras, van suikerwerk. De rand van het altaar versieren de mensen met papel picado, kleurrijk papier waarin doodshoofden en andere versieringen zijn gestanst. Voor overleden kinderen zetten ze speelgoed op het altaar.

Het eten en het drinken zijn bedoeld voor de overledenen, die voor één dag kunnen terugkeren naar onze wereld. Om hen de weg te wijzen worden er kaarsen en bloemen geplaatst op hun graven en langs de route naar huis. In de nacht van 1 op 2 november waken veel mensen bij kaarslicht rond de uitbundig versierde graven. Dit jaar moesten de begraafplaatsen gesloten blijven vanwege de coronapandemie en kondigde de president drie dagen van nationale rouw uit. Een uitzonderlijke situatie, want de Mexicanen vieren deze dagen normaliter juist het leven van de overledene!

In de nacht van 1 op 2 november waken veel Mexicanen bij kaarslicht rond de uitbundige versierde graven

De Día de los Muertos is een goede dag om mooie herinneringen aan de overledenen op te halen. Die vertellen de Mexicanen elkaar, maar ze schrijven ze ook op in gedichten, de calaveras literarias. Letterlijk vertaald zijn dit ‘literaire doodshoofden’, en net zoals je een levend persoon prima een suikerdoodskop met zijn naam erop cadeau kunt geven, kun je ook zo’n gedicht voor iemand schrijven. Het zijn schalkse gedichten waarin de schrijver de spot drijft met bepaalde karaktertrekken van iemand, enigszins vergelijkbaar met de Nederlandse sinterklaasgedichten. In de Mexicaanse kranten lees je rond de Día de los Muertos ook calaveras literarias voor bekende personen, waarin de auteur op satirische manier zijn kritiek kan uiten. Dit jaar vormde corona een dankbaar onderwerp voor de gedichten.

De dood is al eeuwen een geliefd thema voor satire. Of je nou bemiddeld bent of behoeftig, CEO of bootsman, voor de dood zijn we allemaal gelijk. Of zoals de 19e eeuwse Mexicaanse illustrator Posada zei: ‘Todos somos calaveras’, we zijn allemaal doodshoofden. Posada maakte een ets van een doodshoofd getooid in een modieuze hoed die toen in zwang was bij de vrouwelijke elite in Mexico, die eind 19e eeuw de Franse mode volgde. Hij noemde de ets la Catrina Calavera, de ijdeltuiterige doodskop. Een halve eeuw later schildert Diego Rivera in een bekende muurschildering tussen een bonte verzameling figuren uit de Mexicaanse geschiedenis ook een Catrina Calavera, met de grote hoed vol bloemen en veren en een elegante jurk. In optochten op en rond de Día de los Muertos is het een geliefde uitdossing.

Corona vormde dit jaar een dankbaar onderwerp voor de calaveras literarias.

Is dit feest een Latijns-Amerikaanse variant van de katholieke feestdagen Allerheiligen en Allerzielen, of is een feest van de Azteken? In Mexico benadrukken ze de wortels van het feest in het geloof van de oorspronkelijke bewoners de Azteken, waar leven en dood onlosmakelijk waren verbonden. De doden bleven onderdeel van de maatschappij en konden jaarlijks een dag terugkeren naar de wereld van de levenden. Om die reden is het geen dag om te rouwen, maar om het leven te vieren. Volgens sommige historici ligt de oorsprong echter in de viering van deze katholieke feestdagen in Spanje en Zuid-Europa. Sinds de onafhankelijkheid in 1813 biedt de cultuur van de oorspronkelijke bewoners inspiratie voor een Mexicaans nationalisme. In 2008 is de Día de los Muertos toegevoegd aan de Werelderfgoedlijst van de Unesco als immaterieel cultureel erfgoed, als samensmelting van gebruiken van de oorspronkelijke bewoners en de katholieke feestdagen.