Op school voorspelden zijn leraren hem een carrière als straatveger. Toch schopte Claude Lelouch het tot één van Frankrijks meest succesvolle en productieve filmmakers. Vorig jaar nog zagen veel Nederlandse filmhuisbezoekers de gerestaureerde versie van Un homme et une femme, de film die in de jaren zestig zijn doorbraak betekende. Dit jaar verschijnt zijn vijftigste en allerlaatste film op het witte doek, het voorlopige sluitstuk van een bijzonder kleurrijk leven, waarin hij niet alleen films maakte en produceerde, maar ook op 79-jarige leeftijd zijn eigen filmacademie begon.
Tijdens de oorlogsjaren springt de filmvonk over
Claude Lelouch wordt in 1937 in Parijs geboren als zoon van een Joods-Algerijnse kledingfabrikant en een katholieke moeder. Uit angst voor de nazi’s vertrekt het gezin aan het begin van de Tweede Wereldoorlog naar Algerije. Na twee jaar vat zijn moeder het plan op om een kort familiebezoek af te leggen in Nice. Samen met haar vijfjarige zoontje pakt ze de boot naar Frankrijk. Een week later blijkt de veerdienst tussen Marseille en Algiers te zijn opgeheven en kan het tweetal geen kant meer op. Een vage kennis belooft hulp, maar als deze figuur blijkt te werken voor de Gestapo slaan moeder en zoon op de vlucht en vinden her en der in Frankrijk onderdak. In interviews laat Lelouch zich vaak ontvallen dat hij niet stil kan zitten, ‘Je ne tiens pas en place’, zeker als klein jongetje was hij hyperactief. Zijn moeder ontdekt dat haar drukke zoontje voor het witte doek wel tot rust komt en ze besluit hem te verbergen in filmzalen. Claude heeft het hier buitengewoon naar zijn zin en ziet elke week vijf of zes nieuwe films. In die warme, veilige bioscoopzaal springt op zeker moment de filmvonk over.
Na de oorlog verloopt Claudes schoolcarrière niet bepaald voorspoedig. De aantrekkingskracht van de filmzaal blijkt duizendmaal groter dan die van het klaslokaal en zonder diploma verlaat hij ten slotte de middelbare school. De leraren mogen dan de hoop hebben opgegeven, zijn vader heeft nog wel alle vertrouwen in zijn zoon. Van hem krijgt Claude Lelouch een 16mm filmcamera met de opdracht om hier zijn brood mee te gaan verdienen.

De beginjaren in het vak
Claude Lelouch start zijn carrière als caméraman d’actualité met filmproducties over sport, politiek en cultuur voor een Frans televisiejournaal. Als twintigjarige doet hij mee aan een filmwedstrijd. Wie erin slaagt beelden uit de toen nog hermetisch gesloten Sovjet-Unie te smokkelen maakt kans op een geldprijs van 10.000 dollar. Met een camera verstopt onder zijn regenjas vertrekt Lelouch naar Moskou. Daar raakt hij bij toeval verzeild op de filmset van de in die tijd zeer bekende Russische cineast Michail Kalatozov. Lelouch krijgt de kans zelf wat beelden te schieten en al filmend stelt hij zichzelf een heel wezenlijke vraag: ‘Wie is de belangrijkste acteur van een film, de camera of de acteur?’ Zijn antwoord luidt ‘de camera’, want in zijn optiek is de camera als acteur weliswaar onzichtbaar maar toch alom aanwezig. Die dag, op de filmset van Kalatozov, breekt het inzicht door: hij wil regisseur worden. In die rol kan hij immers, al is het maar in een kleine en beperkte ruimte, spelen voor God.
Zonder schooldiploma zit een toelating aan de filmacademie er echter niet in. Wel lukt het niet veel later om stagiair te worden op de set van L’homme aux clés d’or, de film waarin Annie Girardot, onder meer bekend van La pianiste van Michael Haneke, haar eerste rol speelde. De regisseur maant Lelouch in een hoekje te gaan zitten en op afstand toe te kijken. In drie weken tijd leert hij zo het vak, door alleen te kijken. Vele jaren later zal hij zijn eigen filmacademie oprichten op hetzelfde principe gestoeld: het filmvak leren door mee te kijken en mee te draaien op een echte filmset.
In de daaropvolgende drie jaar werkt Lelouch als cameraman voor de cinematografische dienst van het leger en draait onder andere in Algerije, waar op dat moment de onafhankelijkheidsoorlog woedt. Zijn films leveren hem veel waardering op en in 1960 heeft hij voldoende zelfvertrouwen om zijn eerste echte speelfilm te maken: Le propre de l’homme. De film wordt neergesabeld. Zo schrijft het prestigieuze Franse filmtijdschrift Cahiers du Cinéma: ‘Claude Lelouch – onthoud deze naam goed, want u zult nooit meer iets van hem vernemen’.
Van Monsieur Scopitone tot jonge Oscar-winnaar
In de jaren zestig belandt Lelouch in de wereld van de Scopitones, korte filmpjes die in cafés na inworp van een munt te zien zijn op speciale jukeboxen met een kleurenscherm. Talloze liedjes van artiesten als Françoise Hardy, Claude François maar ook Jacques Brel, werden hits dankzij deze voorloper van de moderne videoclip. Tussen 1961 en 1965 produceert hij er zo’n 130 en vestigt hiermee zijn reputatie als Monsieur Scopitone. De ambitie om echte speelfilms tot stand te brengen laat hem echter niet los. In diezelfde periode maakt hij er vijf, allemaal zonder succes. Ook de laatste in het rijtje, Les grands moments, wordt een échec en haalt de bioscoop zelfs niet. Op de avond na de teleurstellende voorvertoning in het Centre National du Cinéma stapt een terneergeslagen Lelouch in zijn auto en zet koers naar Deauville. Aan zee valt hij in zijn auto in slaap. Bij het krieken van de dag wordt hij wakker en baadt het strand in een sprookjesachtig licht. In de verte ziet hij het silhouet van een vrouw die samen met een kind en een rennende hond over het strand flaneert. Lelouch raakt geïntrigeerd en fantaseert dat de vrouw een jonge weduwe is. Op dat moment wordt Un homme et une femme geboren. Nog diezelfde dag schrijft hij in twee uur tijd het scenario. Het project komt in een stroomversnelling wanneer de filmvedette Jean-Louis Trintignant zijn medewerking toezegt. Het geld om de film te produceren heeft Lelouch niet. Maar weer zijn de filmgoden hem gunstig gezind: hij krijgt de opdracht een documentaire te maken over de Tour de France. Achter op een motor schiet hij de beelden waarmee hij het kapitaal vergaart voor de financiering van Un homme et une femme.
In 1966 wordt de film over de ontluikende liefde tussen een autocoureur en een scriptgirl die allebei kort daarvoor hun partner hebben verloren een daverend succes. Alleen al in Frankrijk trekt de film vier miljoen toeschouwers. Ook sleept Lelouch talloze prijzen in de wacht waaronder de Gouden Palm van Cannes en de Oscar voor de beste buitenlandse film. Un homme et une femme is het begin van een succesvolle filmcarrière waarin Lelouch in een tijdsbestek van bijna zestig jaar 49 films maakt, die veelal ambitieus van opzet zijn en vaak ingewikkeld in elkaar zitten. Verschillende generaties kruisen elkaar, intriges stapelen zich op en ook is hij niet huiverig om een film in een film te verweven zoals bijvoorbeeld in Les plus belles années d’une vie (2019). Als een moderne Balzac put Lelouch zich uit om de hem omringende maatschappij in beeld te brengen.
Ondanks het succes dat hem na Un homme et une femme ten deelt valt, zijn serieuze filmcritici lange tijd niet erg onder de indruk van de jonge regisseur. Hun minachting ligt misschien nog wel het mooist vervat in de woorden van schrijver en filmmaker Jean Cocteau: ‘Niemand houdt hiervan, behalve het publiek’. Tegenwoordig kan Lelouch gelukkig wel rekenen op de waardering van de serieuze filmkritiek. In 2019 kreeg hij nog de Career Achievement Award bij het filmfestival Film by the Sea in Vlissingen uitgereikt.
Het chanson als kloppend hart
In de films van Lelouch is een essentiële rol weggelegd voor muziek, de ‘taal van God’ volgens de diepgelovige cineast. In zijn ogen spreekt muziek het onderbewuste, de ziel van de mens aan. In de filmwereld is het gebruikelijk dat de muziek gecomponeerd wordt nadat al het beeldmateriaal aan elkaar is gemonteerd. Lelouch doet dit net andersom. De eerste personen aan wie hij zijn scenario toevertrouwt zijn de componist en tekstdichter. Op basis van wat Lelouch hen vertelt gaan ze aan de slag en voordat er ook nog maar een scène gespeeld is, staat de muziek al op band. Sterker nog, de regisseur laat de muziek op de filmset horen om de acteurs te helpen zich nog beter in te leven. Lelouch heeft gewerkt met tal van componisten maar met niemand was de samenwerking zo innig als die met Francis Lai. Meer dan veertig jaar zouden de twee samenwerken, tot aan de dood van Lai in 2018.
Een terugkerend muziekgenre bij Lelouch is het chanson. Deze voorkeur is uiteraard niet los te zien van zijn Scopitone-tijd toen de regisseur langdurig in een bad van chansons ronddobberde. Zelf zegt hij hierover dat hij in die jaren de kracht van muziek ontdekte. De Franse musicoloog Jerôme Rossi becijferde dat Lelouch rond de 150 chansons in zijn films verwerkte. Deels gaat het om bestaand materiaal, deels om liedjes die speciaal voor de films geschreven zijn. Vaak vormen deze chansons een samenvatting van de in de films aangesneden thema’s. Rossi beschouwt het chanson dan ook als het kloppend hart in het oeuvre van Lelouch.
‘L’amour, c’est mieux que la vie’
Bij de voorpremière in 2019 van La vertue des impondérables, een film die Lelouch in zijn geheel met een smartphone opnam, kondigde hij aan dat zijn allerlaatste film ophanden was, de vijftigste. Al langer liep hij met het idee rond een film te maken over het jaar 2020, want hij had ontdekt dat in voorbije eeuwen de jaren twintig steevast ‘gekke jaren’ voortbrachten. Dat 2020 zo’n bijzonder jaar zou worden, had ook hij natuurlijk niet kunnen voorzien. De film moet aan het eind van dit jaar op het witte doek verschijnen. De crème de la crème van het Franse acteursgilde zal te zien zijn, waaronder Robert Hossein, die een week na de opnames overleed. De titel is ook al bekend: L’amour c’est mieux que la vie.
Zal de energieke Lelouch hierna dan toch op zijn lauweren gaan rusten? Zeker niet. De eindstreep zegt hij zingend te willen bereiken door terug te keren naar de amateurfilm. Het plan is om samen met de studenten van zijn eigen filmacademie, Les Ateliers du Cinema in Beaune, experimentele films te gaan maken die ‘te krankzinnig’ zijn om te vertonen aan het publiek. Een beetje gas terug neemt hij dus wel. Dat zal nog wennen worden voor de man die ‘snelheid’ het symbool van zijn leven noemt.