Een terrasje pakken, een café bezoeken of uit eten gaan: een droom voor veel mensen na maanden van coronabeperkingen. Ofwel: een drankje, een hapje en gezelligheid. Dit zijn precies de belangrijkste ingrediënten van de Spaanse tapas, de gerechtjes die door de Spaanse overheid in 2018 zijn aangemeld als cultureel erfgoed. Wat maakt tapas tot cultureel erfgoed en hoe is die cultuur ontstaan?
Over de oorsprong van de tapas doen verschillende verhalen de ronde. Zo dronk de 13e eeuwse koning Alfons X van Castilië en León op doktersadvies wijn. Om het effect van de alcohol enigszins te verhullen (in het Spaans ‘tapar’) at hij er een hapje bij. Een andere theorie zoekt het bij de katholieke koningen Isabel en Ferdinand, die vooral de geschiedenisboeken in zijn gegaan met de herovering van Granada op de Moren en als grondvesters van een groot Spaans rijk na de ontdekking van Amerika. In dat Spaanse rijk bloeide de handel, wat ook leidde tot drukte in de tavernes. Volgens het verhaal verplichtten de koningen de uitbaters om bij de drank ook hapjes te serveren, om gevechten tussen dronkaards te voorkomen. Of was het koning Ferdinand die onderweg naar Cádiz stopte bij een taverne en vroeg om zijn glas wijn te bedekken met een snee brood tegen de vliegen? De barman zou daarop gezegd hebben: ‘Aquí tiene su tapa, majestad’. (‘Hier is uw deksel, majesteit.’)
Bij het ir de tapas, of tapear, draait het voor Spanjaarden echt om de mensen.
Niemand weet waar en waarom de eerste tapa is geserveerd, maar wat zegt het woordenboek? In de eerste woordenboeken van de Real Academia Española (RAE, de Koninklijke Spaanse Academie) heeft het woord tapa alleen de betekenis deksel. In 1939 wordt daaraan de betekenis van ‘een kleine portie eten’ toegevoegd, met de opmerking dat dit alleen geldt voor de zuidelijke regio Andalusië. Misschien zijn de eerste tapas wel geserveerd door een barman uit Andalusië die een glas wijn of sherry bedekte met een plakje ham tegen de vliegen. Hij ontdekte dat mensen na het zoute hapje meer gingen drinken en had zo een goede manier gevonden om zijn omzet te vergroten. Wat daarna in heel Spanje navolging kreeg. In 1970 is een tapa volgens de RAE in heel Spanje ‘een kleine portie eten die je bij een drankje serveert’.
De eerste tapas zijn misschien geserveerd door een barman uit Andalusië die een glas wijn of sherry bedekte met een plakje ham tegen de vliegen.
Het is niet gebleven bij een plakje ham. Elke bar, elke streek heeft zijn eigen specialiteiten. In Andalusië vind je bijvoorbeeld vaak gefrituurde ansjovis, garnalen in knoflook en spinazie met kikkererwten. In Barcelona kun je genieten van brood met tomaat (en knoflook), het pa amb tomaquét, en de basis van patatas bravas ligt in Madrid. Vrijwel overal in Spanje serveren ze vleeswaren als Iberische ham en chorizo, kroketjes, olijven en tortilla de patatas. In Baskenland is de tapastraditie ietsjes anders. Ze serveren er pinchos (of pintxos): plakjes (stok-)brood met beleg van vlees, vis, ei, olijven, of groenten, of een combinatie. Een prikker houdt alles bij elkaar en dat is om meerdere reden handig, want bij het afrekenen telt de ober het aantal prikkers. Tapas zijn dus hapjes die een rijkdom aan Spaanse gerechten laten zien, maar is dat een reden om ze te (willen) benoemen als cultureel erfgoed? Het belangrijkste culturele aspect van de tapas zit niet zozeer in die verschillende hapjes, maar in de manier van eten en de manier van leven die daarbij horen. Bij het ir de tapas, of tapear, draait het voor Spanjaarden echt om de mensen. Je gaat met vrienden van de ene naar de andere bar, drinkt een biertje of een glas wijn, deelt wat tapas, praat en lacht. Een cultuur waarbij de focus echt ligt op samen genieten. Een cultuur die ze zo belangrijk vinden dat ze elk jaar op de derde donderdag van juni de Día Mundial de la Tapa vieren (wereldwijde tapasdag). Op die dag zijn er veel workshops, proeverijen en wedstrijden. De activiteiten waren vorig jaar noodgedwongen online. Hopelijk kunnen de Spanjaarden, en de toeristen, snel weer van tapas genieten zoals het hoort: samen met vrienden, onder het genot van een drankje en pratend over de mooie dingen in het leven.