Beeld en tekst, de boventitelregisseur zorgt ervoor dat alles klopt

Vanwege de opkomst van machinevertalingen schuift het vak van vertaler steeds meer op naar dat van tekstbewerker en taal- en cultuurspecialist. Er zijn veel soorten tekstprofessionals, maar een heel bijzondere variant is wel die van de boventitelregisseur in een theater. ITV Magazine ging in gesprek met dé boventitelregisseur van Nederland: Ruud Rockx, al meer dan 30 jaar de boventitelregisseur van De Nationale Opera (DNO) in Amsterdam.

Aanvankelijke weerstand tegen boventitels

De eerste boventitels verschenen rond 1990 in het Amsterdamse operatheater. Dat ging gepaard met flink wat weerstand herinnert Ruud zich: ‘De regisseur van de opera Die Frau ohne Schatten (van componist Richard Strauss) dreigde zelfs op te stappen als er boventitels te zien zouden zijn.’ Vooral Duitse en Franse regisseurs, niet gewend aan ondertitels bij film en tv, vonden het maar niks. Het publiek zou te veel afgeleid raken door de geprojecteerde teksten. Die ene keer haalde het theater nog bakzeil, maar boventitels zouden desondanks een blijvertje worden. Sinds 2012 worden de opera’s in Amsterdam, naast in het Nederlands, ook in het Engels boventiteld.

Van vertaald libretto tot boventitels: schrappen en schaven

Bij elke operaproductie wordt de vertaling van het libretto, de integrale tekst van een opera, afgedrukt in het programmaboek. Deze vertaling, gemaakt door een literair vertaler, vormt de basis voor het werk van de boventitelregisseur. Het maken van boventitels betekent vooral heel veel schrappen. ‘Ik gooi er heel veel tekst uit; ik kijk welke personages zingen en wat het meest relevant is voor het begrip van de handeling. Verder moeten de boventitels aansluiten bij de muziek die er op dat moment klinkt’, vertelt Ruud. ‘Als mensen door elkaar heen zingen selecteer ik alleen de tekst van de zanger die voor het publiek het meest in het oog springt.’ De boventitelregisseur staat dan ook altijd in nauw contact met de regisseur en volgt de ontwikkeling van de regie op de voet tijdens het maakproces van een opera. De boventitels dienen in de allereerste plaats voor het begrip van het verhaal, en mogen niet storend zijn. Een boventitel is daarom veel korter dan de gezongen tekst, zelfs nog beknopter dan de ondertitels die we kennen van film en tv. ‘Alles om het publiek zo min mogelijk af te leiden van wat er op het toneel gebeurt’, benadrukt Ruud.

Het gaat heus niet altijd goed. Soms heeft de boventitelaar keurig op de dirigent gereageerd, maar vergeet de zanger zijn inzet.

Niet te poëtisch

Dus brengt Ruud, hoe spijtig ook, veel dichterlijke en bloemrijke zinnen van de librettovertaling terug tot de droge kernboodschap. ‘Poëtische taal leidt af en is niet functioneel.’ Het wordt lastig wanneer de vertaler bijvoorbeeld het rijm van de originele tekst heeft overgenomen. Zo’n vertaling staat vaak erg ver af van het origineel en dwingt de boventitelregisseur om een bewerkelijke ‘hertaling’ te maken. Maar soms valt het mee. Onlangs leverde vertaalster Nele Ysebaert de vertaling af van de gloednieuwe Engelstalige opera Upload van Michel van der Aa. Bijna altijd is de Nederlandse vertaling van een Engels libretto een stuk langer dan het origineel, maar deze keer was het omgekeerde het geval. ‘Een knap staaltje werk!’ vindt Ruud. ‘Ik heb de vertaling bijna één op één over kunnen nemen. Dat komt bijna nooit voor.’

Tekst en beeld moeten bij elkaar passen

Ook worden de boventitels aangepast op de enscenering. Lansen en zwaarden kunnen zomaar geweren en pistolen worden bij een moderne regie. Dus als een zanger in zo’n geval zingt ‘Ik zal je met mijn lans doorboren’, krijgt het publiek ‘ik zal je neerknallen’ of iets dergelijks te lezen. Ruud past de tekst aan op de periode waarin de enscenering wordt geplaatst. Als een 18e-eeuwse opera door de regisseur in een modern jasje wordt gestoken, mag de taal van de boventitels ook moderner klinken. Vaak betekent dat een flinke ingreep in de vertaling. Op de vraag of vertalers wel eens protesteren, antwoordt Ruud dat dit bijna nooit voorkomt: ‘De vertalers die dit werk doen, zijn bekend met de bijzonderheden van operaregie en accepteren de ingrepen.’

Negentig procent van het publiek verstaat geen Russisch of bijvoorbeeld Tsjechisch. Daardoor kan ik me veel meer vrijheden veroorloven.

Er zijn nog tal van andere voorbeelden van aanpassingen die een boventitelregisseur zoal moet doen. Bij Die Fledermaus (operette van Johann Strauss) wordt op een gegeven moment de ‘mooie slanke taille’ van een personage bezongen. Maar bij een van de DNO-producties van deze operette voldeed de zangeres in kwestie in het geheel niet aan dit signalement. De boventitelaar besluit in zo’n geval om de verwijzing weg te laten of te veranderen. ‘Anders klinkt er beslist op het verkeerde moment een lachsalvo op uit de zaal’, weet Ruud uit ervaring.

Omstreden teksten: Porgy and Bess

En dan is er ook nog de categorie ‘omstreden teksten’. De bekende opera Porgy and Bess uit 1935 van George Gershwin is daar een voorbeeld van. Een schitterende opera, maar de hoofdpersonen, vertolkt door donkere zangers, zingen in een soort verzonnen Engels dialect. Dit koeterwaals kan in de huidige tijd denigrerend overkomen. Ruud koos er daarom voor om de Nederlandse tekst te neutraliseren, en dit ook gedeeltelijk te doen met de Engelstalige boventitels, die in dit geval dus niet het originele libretto volgen. ‘Voor veel van de bezoekers, vaak geen moedertaalsprekers van het Engels, is het Gershwin-dialect bovendien onbegrijpelijk.’ De Engelstalige boventitels worden meestal aangeleverd vanuit andere operahuizen zoals het Royal Opera House in Londen of de Metropolitan Opera in New York. Ruud zorgt vervolgens voor aanpassingen aan de productie in Amsterdam. ‘Het is best lastig als de oorspronkelijke opera ook in het Engels is. Je kunt namelijk niet de hele tekst kwijt in een boventitel. Gelukkig zijn er niet al te veel Engelstalige opera’s, want anders zou het opvallen hoeveel er wegvalt van de originele tekst.’

‘Lastige’ talen en een kritisch publiek

Op de vraag of het moeilijker is om bijvoorbeeld Russisch te boventitelen dat een van de andere grote operatalen zoals Duits, Italiaans of Frans, antwoordt Ruud stellig: ‘Integendeel. Negentig procent van het publiek verstaat geen Russisch of bijvoorbeeld Tsjechisch. Ik kan me veel meer vrijheden veroorloven en teksten naar eigen inzicht verschuiven en herverdelen, want het meeste publiek heeft het toch niet in de gaten.’ Bij talen die mensen wél kunnen verstaan, is er direct ook meer risico op kritiek. Af en toe krijgt DNO boze brieven van theaterbezoekers omdat de vertaling niet zou kloppen. Soms heeft men gelijk, en wordt de oplettende kijker hartelijk bedankt, maar Ruud kan zich ook nog een voorval herinneren dat er een brief op poten binnenkwam van een lerares Duits die zich beklaagde over een vertaling uit Die Meistersinger von Nürnberg van Richard Wagner. Het bleek hier uiteindelijk te gaan om een verwarring tussen ‘Buch’ (boek) en ‘Buche’ (beuk), twee woorden die erg op elkaar lijken maar toch wezenlijk verschillen in betekenis. In dit geval had de briefschrijfster het toch bij het verkeerde eind’.

Het doek gaat op: de avond van de voorstelling

Hoe gaat het er ten slotte aan toe op de avond van een voorstelling? Ruud zelf zit niet achter het bedieningspaneel. Dit doen de boventitelaars, professionele musici die op exact het juiste (muzikale) moment de titel inzetten. Ze hebben vanuit hun cabine in de nok van het theater vol zicht op het toneel en het orkest. Om goed te kunnen timen gebruiken ze de partituur (de bladmuziek) en houden ze de dirigentenmonitor nauwlettend in de gaten (de dirigent wordt permanent gefilmd, zodat ook zangers in de coulissen via een monitor zicht op hem hebben). Maar het gaat heus niet altijd goed. Soms heeft de boventitelaar keurig op de dirigent gereageerd, maar vergeet de zanger zijn inzet. De boventitel staat er dan te vroeg. Helemaal lastig is het met gesproken tekst, zoals bij Die Zauberflöte van Mozart. ‘Zangers kunnen uitstekend gezongen teksten onthouden, maar in gesproken teksten zijn ze notoir slecht. Ze halen alles door elkaar’, zegt Ruud lachend. ‘Van zangers die vaker in ons theater komen, weten we ook wie er niet altijd even tekstvast is. Bij hen moeten we tijdens de voorstellingen een beetje extra opletten.’

Als een zanger zingt ‘Ik zal je met mijn lans doorboren’, krijgt het publiek ‘ik zal je neerknallen’ te lezen.

Hoe word je boventitelregisseur?

Wat zou Ruud nog mee willen geven aan studenten van ITV dit beroep wel zien zitten? ‘Het allerbelangrijkste is dat je iets af moet weten van de theatervorm, in ons geval opera. In welke tijd speelt een stuk, wat zijn de bijzonderheden van de muziek, hoe gaat een regisseur te werk, wat doet hij met de verhaallijn, de setting, de personages? Daarnaast moet je muziek kunnen lezen en taalgevoel hebben. Ik ben zelf ooit toevallig in het vak gerold toen ik als voorstellingsleider werkte bij DNO. Affiniteit met theater, opera en talen is een must. Verder zit je tijdens de voorbereiding veel thuis te priegelen met partituren en teksten. Maar daarna breekt er een socialere fase aan, en maak je de totstandkoming van een opera vanaf het begin mee. Je houdt goed in de gaten waar een regisseur mee bezig is en je past je teksten hierop aan. Er zit altijd een taalcoach bij de repetities, die vragen over de brontaal kan beantwoorden. Aan het eind van zo’n repetitieproces komt alles samen. Op dat moment kijken er ook meer mensen mee naar de boventitels: de dramaturg, de repetitoren (pianisten die de repetities begeleiden) de regieassistenten en iedereen die maar in de zaal zit. In die fase worden de laatste puntjes op de i gezet.’

Sinds kort kan het publiek weer ‘live’ genieten van operavoorstellingen en is dus ook de boventitelcabine weer bemand. Tot 23 juni 2021 wordt de opera “Die ersten Menschen” van Rudi Stephan uitgevoerd.

Kijk voor meer info en voor het actuele programma van De Nationale Opera op https://www.operaballet.nl/opera/de-nationale-opera#nu-en-binnenkort.