Wat bezielt een kunstenaar als Christo om een iconisch en historisch monument als de Arc de Triomphe in te pakken? Is het kunst of marketing? Wat gaat het kunstwerk kosten en hoe zit het met de duurzaamheid van de materialen? Dit zijn vaak de eerste reacties op het werk van Christo en voor het publiek lijkt zijn werk enkel bedoeld als effectbejag. De jarenlange voorbereidingen, werktekeningen en schaalmodellen die aan zijn kunst voorafgaan, vertellen echter een ander verhaal.
Eind jaren vijftig ontvlucht de jonge kunstenaar Christo zijn dan communistische vaderland Bulgarije. Uiteindelijk belandt hij in Parijs, waar hij zijn grote liefde Jeanne-Claude ontmoet. Ze gaan samenwonen in een kamertje dat uitkijkt op de Arc de Triomphe… In die periode raakt Christo geïnteresseerd in moderne kunstvormen als conceptuele kunst, dadaïsme en landschapskunst. Idee en effect zijn bij deze kunststromingen belangrijker dan de verschijningsvorm. Het werk ‘L’Enigme d’Isidore Ducasse’ van de Amerikaanse kunstenaar en dadaïst Man Ray vormt een inspiratiebron voor Christo. Dit werk bestaat uit een naaimachine die door Man Ray in een deken met touw is verpakt. Christo begint in zijn Parijse kamertje onopvallende gebruiksvoorwerpen als flessen en stoelen in te pakken. Door gewone dingen in te pakken, worden mensen zich meer bewust van de bijzondere vormen en gaan ze anders naar die voorwerpen kijken. Christo’s wens om de Arc de Triomphe in te pakken, is geboren.
“De uitvoering, of de ‘materiële fase’”, zo stelt Christo, “is slechts handeling. Lang daarvoor bestaat het kunstwerk al in zijn ‘immateriële fase’”
In 1964 emigreren Christo en Jeanne-Claude naar New York, van waaruit ze over de hele wereld verschillende inpakprojecten realiseren: ‘Wrapped Coast’ (Australië 1969), Pont Neuf (Parijs, 1985) en ‘Wrapped Reichstag (Duitsland 1995). Alle kunstprojecten van Christo hebben met elkaar gemeen dat hun uitvoering niet zonder slag of stoot tot stand komt. Het begint met een idee, de immateriële fase. Dat idee wordt uitgewerkt naar een masterplan met alle obstakels en frustraties van dien. Het kunstenaarspaar moet vaak tientallen jaren wachten op goedkeuring van de autoriteiten voordat een project van de grond komt. Bovendien willen ze onafhankelijk zijn en daarom maken ze geen gebruik van publiek geld. Ze bekostigen hun projecten uit de verkoop van bouwschetsen en gesigneerde boeken. Jeanne-Claude en Christo hebben ieder een eigen takenpakket. Jeanne-Claude is verantwoordelijk voor de public relations en onderhandelingen, terwijl Christo het creatieve deel en de logistiek voor zijn rekening neemt. In 2009 overlijdt Jeanne-Claude maar Christo zet het werk voort.
In 2017 komen de voorbereidingen van het Arc de Triomphe-project in een stroomversnelling wanneer Centre Pompidou, het nationaal museum van moderne kunst in Parijs, het voorlegt aan het Centre des Monuments Nationaux en het gemeentebestuur. Helaas wordt het project twee keer uitgesteld doordat torenvalken na de brand in de Notre Dame (april 2019) uitwijken naar de triomfboog voor een broedplaats. Vervolgens gooit de coronapandemie roet in het eten. Christo overlijdt in mei 2020 op 84-jarige leeftijd. Zijn neef zal zijn werkzaamheden voortzetten. Op 18 september 2021 is het dan eindelijk zover. De Arc de Triomphe is 16 dagen lang gehuld in 25.000 vierkante meter zilverblauwe stof van recyclebaar kunststof die bij elkaar gehouden wordt met 3 km rood touw. Zo’n duizend mensen hebben meegewerkt aan het project en de opbouw van de constructie rondom de triomfboog was via livestream te volgen. Postuum heeft Christo zijn doel bereikt: naar schatting 6 miljoen mensen bezoeken het kunstwerk. Mensen willen de stof voelen en raken de doeken aan die door het zonlicht afwisselend blauw of zilver kleuren. De wind brengt de boog tot leven en op afstand lijkt het een bewegende foto. De bedekte Arc de Triomphe blijft herkenbaar, maar anders. Misschien wel indrukwekkender.