Hernán Cortés (1485-1547): in Spanje vaak nog herdacht als held, in Mexico als verpersoonlijking van het kwaad. Na de ontdekking van de alternatieve ‘zijderoute’ naar Amerika, trokken na Columbus steeds meer ontdekkingsreizigers en conquistadores richting de Zuid- en Midden-Amerikaanse kusten om daar goud op te halen. Zo ook de Spaanse conquistador Hernán Cortés, die in 1519 namens de Kroon van Castilië dé expeditie aanvoerde die zou leiden tot de verovering van Mexico en de ondergang zou betekenen van het Azteekse Rijk, ook wel het Mexica-rijk genoemd.
In 1519 arriveerde Cortés met een ‘bescheiden’ leger van 600 man, 16 paarden en ongeveer 20 kanonnen op schiereiland Yucatán (Maya gebied) aan de Mexicaanse kust. Het doel was om, na de inname van Cuba in 1515, nu ook het binnenland van Mexico te verkennen en veilig te stellen voor kolonisatie. Cortés zelf werd gedreven door bekeringsdrang en zijn zucht naar goud: ‘Mijn kameraden en ik lijden aan een hartziekte die alleen door goud kan worden genezen’.
De Azteken
Aan het begin van de 16e eeuw heersten de Mexica, ook wel de Azteken genoemd, over een territorium van ongeveer 500 kleine staten waar zo’n vijf tot zes miljoen mensen leefden. Talloze gebieden waren onderworpen aan het Azteekse Rijk en de mensen leefden er onder het juk van de Azteekse koning Moctezuma. Belastingen, slaven en opbrengsten van herendiensten kwamen ten gunste van de hoofdstad van het Azteken Rijk Tenochtitlan, dat vlak bij het huidige Mexico lag. Ook was er een heuse offercultuur onder de Azteken. Die cultuur bracht met zich mee dat er op grote schaal organen van slaven werden geofferd aan bijvoorbeeld de zonne- en regengod. De tot slaaf gemaakten kwamen uit andere indianenstammen, zoals die van de Totonaken.
De allianties op weg naar Tenochtitlan
De inheemse stammen die aan het gezag van de Azteken waren onderworpen, leefden in grote onvrede. Mede dankzij deze interculturele verdeeldheid die de Azteken in de hand werkten door hun manier van ‘regeren’, werd Cortés in staat gesteld allianties en bondgenootschappen te sluiten met de lokale Mexicaanse stammen. Zij aan zij trokken zij ten strijde met als doel de inname van hoofdstad Tenochtitlan en de overname van het Azteekse Rijk. Tenochtitlán had op zijn hoogtepunt meer dan 140.000 inwoners en was daarmee de meest dichtstbevolkte stad ooit in Meso-Amerika. Eenmaal aangekomen in Tenochtitlan dachten de Azteken aanvankelijk dat Cortés weleens een van de belangrijkste Azteekse goden Quetzalcoatl kon zijn. Hij werd daardoor vrij hartelijk en gastvrij ontvangen. Maar nadat er twijfel ontstond over zijn goddelijkheid en de Azteekse koning bovendien begon te twijfelen aan de intenties van de Spanjaard, probeerde hij Cortés te ‘pacificeren’ door hem geschenken en goud aan te bieden. Dit had echter een averechts effect op Cortés. Hij wilde meer en meer. Een ongelijke strijd
Mijn kameraden en ik lijden aan een hartziekte die alleen door goud kan worden genezen
De Azteken waren met hun wapens van hout en steen geen partij voor de Spanjaarden die beschikten over een heel arsenaal aan stalen zwaarden, kanonnen, kruit en paarden. Daarnaast gingen de Spanjaarden nietsontziend te werk met als doel zoveel mogelijk slachtoffers te maken, terwijl de Azteken met een bepaalde mate van voorzichtigheid te werk gingen. Zij wilden namelijk gevangenen maken die ze zouden kunnen offeren.
Wat naast de eerdergenoemde factoren doorslaggevend was voor de overwinning van de Spanjaarden en het decimeren van de Azteekse bevolking, was de overdracht van Europese ziektes, waaronder de griep. De inheemse bevolking had geen weerstand ontwikkeld tegen deze uitheemse ziektes. Tienduizenden Azteken verloren het leven toen de hoofdstad door de pokkenepidemie werd getroffen.
Het zou Cortés uiteindelijk nog ruim drie jaar kosten om Tenochtitlan en de Azteken tot overgave te dwingen en Mexico in te lijven bij Nieuw-Spanje, een vicekoninkrijk van Spanje. De Spaanse overheersing zou nog 300 jaar duren.
Polemiek
Geen enkele andere persoon heeft zo’n impact gehad op de Mexicaanse bevolking als Hernán Cortés. Tot op de dag van vandaag is zijn naam te horen en zijn ‘aanwezigheid’ in Mexico is voelbaar. Nagenoeg de hele Azteekse beschaving werd onder het bewind van Cortés uitgeroeid, met behulp van lokale bondgenoten die de gelegenheid aangrepen om te ontsnappen aan de Aztekenoverheersing. Aan de andere kant waren de expedities van Cortés van groot belang voor zijn vaderland Spanje. Dankzij de overwinningen van Cortés werd de Spaanse aanwezigheid en dominantie in de Nieuwe Wereld verstevigd. Door de nieuw veroverde gebieden konden Spanjaarden zich vestigen in Mexico. Cortés bezorgde hun nieuw land en nieuwe huizen om in te wonen. Dit bood veel Spaanse gezinnen kansen en mogelijkheden die zij in vroegere tijden op het Iberisch schiereiland niet hadden. Ook bracht hij Spanje meer macht en rijkdom door Mexico te onderwerpen. Mede hierdoor ontwikkelde Spanje zich destijds tot het rijkste land van Europa. Volgens sommige Spaanse politici is de polemiek rondom de figuur Cortés het resultaat van de ‘zwarte legende’: het negatieve beeld dat van Spanje werd gevormd in de vroegmoderne tijd; het beeld van een bloeddorstige en uiterst vrede natie. Het getouwtrek over het historisch gelijk gaat nog altijd onverminderd door. Terwijl in zijn Spaanse geboortedorp Medellín gedenkplaten van Cortés in het stadhuis en aan het naar hem vernoemde plein terug te vinden zijn, is er van de havenstad Veracruz tot aan Mexico-Stad niet één gedenksteen, standbeeld of borstbeeld van de conquistador te vinden. Volgens Cortés-kenner Christian Duverger werd Cortés ‘inheems’ en hoorde hij bij beide werelden, en kon hij niet geplaatst worden in een simplistisch goed-foutschema.