Haiku: een gedicht van 17 lettergrepen met een filosofie erachter

Attribution header image

Haiku (俳句) is een traditionele vorm van Japanse dichtkunst uit de 17e eeuw, die ook in andere landen erg populair is geworden. In tegenstelling tot veel andere dichtvormen is er bij haiku’s geen sprake van rijm. Het belangrijkste element van deze gedichten is juist de stroom van de lettergrepen. Een haiku bestaat uit 3 regels van 5-7-5 lettergrepen. Omdat haiku’s eigenlijk voortkomen uit een veel langere vorm van poëzie (Haikai no renga), klinken ze vaak alsof ze onvolledig zijn.

Een ander typerend element van de haiku is het seizoen. Het gedicht bevat niet per se een woord als winter of zomer, maar wel een indirecte verwijzing naar een seizoen. Deze verwijzing heeft te maken met een dier, bloem of natuurverschijnsel en de associatie met een seizoen is voor de westerse lezer niet altijd evident: kersenbloesem (lente), rode bladeren (herfst), sneeuwkappen (winter), kikker (zomer) of maan (herfst). De verwijzing zorgt ervoor dat het gedicht een zintuigelijke natuurbeleving bij de lezer oproept. Dit is namelijk een heel typisch kenmerk van de klassieke haiku:

Op een dorre tak
is een kraai nog blijven zitten
in de herfstavond.

Oh, oude vijver,
een kikker springt van de kant,
geluid van water.

Matsuo Basho (1644 – 1694)

Verder worden de Japanse gedichtjes gekenmerkt door een onverwachtse wending. Meestal zit die in de laatste regel, ook al is het gedicht erg kort. Dit zorgt ervoor dat de haiku pakkend is en de lezer bij de les blijft, maar het geeft er ook meer diepgang aan dan op het eerste oog lijkt. Vaak is er sprake van verborgen metaforen die klassieke onderwerpen aansnijden zoals liefde, dood, verdriet en hoop:

Nog dezelfde dag
waarop de klaproos bloeide
door de wind vernield.

Shiki (1867 – 1902)

Langs de spoorwegberm
halverwege het fietspad
een houten kruisje.

Luk Gybels

Moderne haiku’s wijken in sommige opzichten af van de klassieke gedichten, bijvoorbeeld door het aantal lettergrepen. Sommige talen zoals Frans of Italiaans kennen veel lange woorden, waardoor het voor de schrijvers lastig is om zich aan het voorgeschreven aantal lettergrepen te houden. De onderwerpen van moderne haiku’s wijken ook vaak af van die van de klassieke varianten. Ze verwijzen niet per se naar een seizoen of een natuurverschijnsel, maar hebben vaak ons dagelijks leven als onderwerp.

Wat een haiku tot een aangrijpend gedicht maakt, is de afwezigheid van elke vorm van waardeoordeel. Je komt er geen woorden in tegen zoals mooi, lelijk, eng. De bedoeling van zo’n gedicht is juist de emoties bij de lezer zelf op te roepen. Dit maakt van de haiku een waardeneutraal fenomeen, zoals de natuur zelf. In tegenstelling tot in andere dichtvormen zitten er in een haiku ook nooit beeldspraak of personificaties. Hij geeft alleen een prikkel aan je brein, waardoor het beeld in je hoofd tot leven komt. Het lijkt haast alsof je de kersenbloesem echt kunt ruiken, kikkers hoort kwaken of een citroensmaak in je mond krijgt. Als dat gebeurt, dan heeft een haiku zijn doel bereikt.

Al deze elementen maken de Japanse dichtkunst tot een universeel fenomeen dat in alle talen verwezenlijkt kan worden, zolang de schrijver zich maar aan de regels houdt. Het is zelfs makkelijker om een haiku te bedenken dan om hem te vertalen. De zintuigelijke beleving die erin verborgen zit en voor iedereen begrijpelijk en toegankelijk is, maakt de haiku zo intercultureel. En de verborgen metafoor of de boodschap die verscholen gaat achter een natuurverschijnsel, in combinatie met een onverwachtse wending, maakt haiku zo aangrijpend. Kort maar krachtig.