Hoe overleven we in een catastrofale tijd? We hebben filosofie nodig!

La Porte de l’Enfer a été dressée dans les jardins du musée Rodin en 1937 by Jean-Pierre Dalbéra. This file is licensed under the Creative Commons Attribution 2.0 Generic license.

De oorlogen in Oekraïne, Gaza, Soedan, Congo, Jemen, Afghanistan en Ethiopië, de opwarming van de aarde, groeiende ongelijkheid, armoede en de opmars van extreemrechts in de partijpolitiek kunnen allemaal leiden tot angst, paniek en depressie. Volgens de in Frankrijk wereldberoemde filosoof Alain Badiou (Rabat, 1937) zijn deze emoties geen goede reactie, omdat ze de zege van een tegenstander alleen maar onderstrepen. Daarom moeten we niet blijven hangen in deze onvermijdelijke emoties, maar verder denken om onze angst, teleurstelling en neerslachtigheid te ontstijgen.

Badiou stelt dat we in het Westen geneigd zijn te leven zonder groot Idee (met hoofdletter). Trump bijvoorbeeld brengt niets nieuws, behalve misschien de intensiteit waarmee hij oude ideeën van racisme, vrouwenhaat en nativisme mobiliseert. De filosoof vraagt zich daarentegen af hoe we iets werkelijk nieuws kunnen denken en doen in deze situatie. Hij is een warm pleitbezorger van helder denken en wordt door de een geroemd, door de ander verguisd.

Bestaan er alleen eindige lichamen en talen?

Zijn analyse gaat als volgt. In onze huidige westerse wereld leven we zonder Idee. De dominante westerse ideologie waarin dit mogelijk is, noemt hij het postmodernisme of het democratisch materialisme. In deze ideologie is het ons natuurlijke geloof dat lichamen en talen als enige bestaan en kunnen bestaan. Alles is opgebouwd uit concrete dingen, oftewel materie. Die dingen (materiële lichamen) zijn eindig en we kunnen elk ding een naam geven. Van atomen tot het heelal, alles moet te ontrafelen zijn. Als individueel mens zijn wij ook opgebouwd uit eindige materie.

Dat er slechts lichamen en talen bestaan in de ideologie van het democratisch materialisme/postmodernisme, houdt verder in dat we als individuen meningen hebben en dat er gemeenschappen of culturen met gewoontes zijn. We spreken van culturele diversiteit. Er is sprake van het democratisch materialisme, omdat er een juridische gelijkheid geldt voor het veelvoud aan talen van religies, culturen, gebruiken et cetera die er bestaan. Klinkt allemaal niet verkeerd zou je denken, maar we zullen zien dat Badiou wijst op het belang van de uitzondering op de status quo, om de alledaagse situatie te kunnen overstijgen en iets werkelijk nieuws te creëren.

Nihilisme drijft als drijfveer boven

Velen ervaren het leven hier namelijk als futloos en onverschillig, omdat niks lijkt uit te maken. Niets is speciaal, alles is te reduceren tot een willekeurig ding (of lichaam) dat ook nog eens eindig is. En voilà, de mensen maken er maar het beste van voor zichzelf. We zoeken de kicks van bungeejumpen, verre reizen, drugs, hard autorijden, … Want waarom zou je je druk maken over het milieu, over de politiek, armoede, racisme, over alle ellende, als niets uitmaakt of zin heeft?

Wat weerhoudt je ervan om een ticket te boeken om een weekje of twee lekker bij te tanken op Gran Canaria, de Malediven of in Thailand? You Only Live Once! Het bijbehorende, alomtegenwoordige gebod is: Geniet! Hier zien we hoe het nihilisme als fundamentele drijfveer boven komt drijven: alle stellige overtuigingen of alle bindingen op esthetisch, filosofisch, religieus of sociaal gebied worden verworpen.

Eerst zullen wij vechten, maar niemand weet hoe lang. Eerst zullen wij vechten, voor ons belang. Voor het geluk van iedereen, dus vechten we samen. Samen staan we sterk, vechten we samen, niet alleen (Rapalje, Wat zullen we drinken?)

Het denken wordt zodoende beperkt tot dat wat in ons eigen bestaan verschijnt. Door de futloze opvatting van het heden, hechten we overdreven veel waarde aan het verleden, dat we interpreteren als een afzonderlijke cultuur. De geschiedenis als een afzonderlijke cultuur impliceert dat het leven zich vooral in de geschiedenis heeft afgespeeld, en dat we onverschillig staan tegenover het heden en de toekomst. Het leven zonder idee …

De denker van de Idee

Badiou daarentegen is de denker van de Idee. Hij stelt in zijn filosofie, die hij affirmatieve dialectiek of materialistische dialectiek noemt, het leven voor een Idee centraal. De Ideeën die hij bedoelt zijn geen mentale representaties of bijverschijnselen van de hersenen, maar meer zoiets als de filosofische idee van het veronderstelde eeuwige en volmaakte grondvoorbeeld. ‘Wat moeten we doen?’ vraagt de wijsgeer zich af. Hoe te denken over wat we moeten doen in een catastrofale tijd? We hebben filosofie nodig.

Niet te totaliseren waarden/waarheden

Badiou is een optimistische filosoof, vol hoop voor de mensheid. Hij realiseert zich dat ook hij beïnvloed wordt door de heersende ideologie. ‘Ja, er bestaan alleen maar lichamen en talen’, erkent hij, ‘maar er bestaan uitzonderingen daarop.’ Die uitzonderingen betreffen de genoemde Ideeën. Die zijn het licht aan het einde van de tunnel. Die uitzonderingen/Ideeën noemt hij waarheden (die niet te totaliseren zijn). Die waarheden of oneindige waarden zijn ‘ietsen’, schrijft de filosoof vagelijk. Voorbeelden van dat soort ‘ietsen’ uit zijn Tweede manifest voor de filosofie (2010) zijn:

‘[Qua kunst]: (de schilderingen in de Chauvet-grot, de opera’s van Wagner, de romans van Dame Murasaki, de standbeelden op Paaseiland, de dogonmaskers, de Balinese choreografieën, de Indiase gedichten …). Of wetenschap (de Griekse meetkunde, de Arabische algebra, de fysica van Galilei, het darwinisme …). Of politiek (de uitvinding van de democratie in Griekenland, de boerenbeweging in Duitsland van Luther, de Franse Revolutie, het Sovjetcommunisme, de culturele revolutie in China …). Of liefde (overal met talloze aspecten).’

Kunst, wetenschap, politiek en liefde

Op (ten minste) deze vier terreinen kan er volgens Badiou iets werkelijk nieuws ontstaan. Die betreffen dus de kunst, de wetenschap, de politiek en de liefde. Een waarheid brengt op die gebieden iets compleet nieuws, iets dat eerder als onmogelijk werd beschouwd, iets dat eerder niet lijkt te hebben bestaan en ondenkbaar is geweest. Denk aan een liefdesontmoeting die het leven van twee mensen volledig op zijn kop zet. Beiden treden dan toe tot de oneindige waarheid van de liefde en leven de liefde van ten minste Twee (weer die hoofdletter), in plaats van de onhoudbare romantische opvatting dat twee geliefden Een zouden worden.

Cultuur, techniek, beheer en seks

Het probleem in onze huidige postmoderne wereld van het leven zonder Idee, is dat de vier terreinen van kunst, wetenschap, politiek en liefde verdrongen worden door respectievelijk cultuur, techniek, beheer en seks. De eindige opvattingen van cultuur, techniek, beheer en seks trachten alles wat anders is dan een eindig lichaam of taal, buiten te sluiten, terwijl nieuwe waarheden juist gaan over het openbreken van de status quo, en oneindige mogelijkheden blootleggen.

Openstaan voor ontmoetingen

In onze huidige wereld worden we al snel gedwongen ons te gedragen als het menselijke dier en zien we overal om ons heen egoïsme, rivaliteit en geweld. Volgens Badiou zullen we altijd dat menselijke dier blijven, maar kunnen we tegelijkertijd heel veel meer en als we goed opletten, dan zien we overal mensen die altruïstisch handelen en sociale dingen doen.

Er is maar één wereld en die is van iedereen. De huidige dominante orde deelt de wereld op in twee werelden, eentje voor de haves en de andere voor de have-nots (Badiou)

‘We moeten openstaan voor ontmoetingen’, zegt hij. Een ontmoeting in de kunst (het helemaal opgaan in een muziekstuk bijvoorbeeld), een ontmoeting in de wetenschap (alle besef van tijd en jezelf kwijtraken als je een wiskundige formule of filosofie probeert te doorgronden), een ontmoeting in de politiek (vrouwen, mannen, jeugd, ouderen, moslims, christenen, arm en rijk die samen het Tahirplein in Caïro bezetten en samen strijden voor een leven zonder dictators), en een ontmoeting in de liefde.

Badiou de rationele vernieuwer

Badiou is geen stoïcijn, die alles wil laten zoals het is, maar een vernieuwer. Zijn diagnose is rationeel en staat in scherp contrast met de sceptische, relativistische, cynische en pragmatische meningen die we dagelijks horen. Elk individu in de status quo lijkt vooral zijn eigen waarheid te prediken, waarbij tactiek en strategie de leidraad zijn voor het behalen van het eigen gelijk.

Het ware leven

Daar staat tegenover dat waarheden volgens Badiou niet alleen nieuwe manieren van zien, zijn en doen inhouden, maar zelfs compleet nieuwe werelden. Denk bijvoorbeeld aan Schönbergs revolutionaire twaalftoonsmuziek die de hele wereld van de klassieke muziek op zijn kop heeft gezet. Niemand kan daar meer omheen (in die wereld). De creatieve capaciteiten van mensen zijn oneindig, de mogelijkheden die door waarheden worden geopend zijn oneindig. Denk aan de Franse Revolutie, kwantumfysica of het impressionisme. ‘Hier ligt’, aldus de filosoof, ‘het ware leven voor de mens.’

‘Soms zijn we onsterfelijk’

Dat Badiou geen wereldvreemde idealist is, blijkt niet alleen uit zijn levenslange actieve betrokkenheid in de buitenparlementaire politiek, maar vooral uit het feit dat hij wiskunde gebruikt om de wereld te snappen. Volgens hem moeten we, zoals Plato ook zegt, het uiterste vragen van ons intellect en ons verdiepen in abstracte wiskundige vraagstukken om het leven te begrijpen. Als we dat doen, dan zullen we zelfs kunnen ervaren dat wij eeuwig bestaan. ‘Soms’, zegt Badiou, ‘zijn we onsterfelijk.’ Dat geldt naast dit wetenschappelijke, wiskundige voorbeeld, wederom ook voor de liefde, politiek en kunst. Soms is ons leven oneindig …


De oneindige waarheid sluit niemand buiten

De oneindige waarheid is geen kennis van de werkelijkheid (overeenkomstig de feiten), maar een breuk met hoe de dingen zijn. Zij is een uitzondering op de status quo, een uitbarsting van nieuwe mogelijkheden. De ongrijpbare (oneindige) waarheid moet door trouwe subjecten worden aangewezen in de praktijk. De nieuw ontdekte waarheid is toegankelijk voor iedereen, die sluit niemand buiten.

Een gemeenschappelijk leven

Dat geldt ook voor Badious opvatting van democratie, die hij afzet tegen de parlementaire democratie als schoothondje van het bedrijfsleven. Hij staat voor directe democratie, zoals de oorspronkelijke betekenis van het woord is: heerschappij van het volk. Hierbij wil de filosoof het woord communisme (een gemeenschappelijk leven) weer terugwinnen van de mislukkingen van de oxymorons communistische staat en communistische partij. Hij beoogt het communisme of een gemeenschappelijk leven te ontwikkelen zonder partij en staat (die alleen maar geweld, onderdrukking en ellende voortbrengen).

Leef als een onsterfelijke

Zoals al wel duidelijk is geworden, is Badiou geen bescheiden filosoof, terwijl binnen de status quo het nastreven van het goede goed genoeg inhoudt; liever Tinder dan eenzaamheid. Waarom niet? Wilders is beter dan Baudet. Absoluut! Elektrische auto’s zijn minder schadelijk dan benzineslurpers. Natuurlijk! Dat is dan alles wat je krijgt. Badiou vraagt met zijn filosofie veel meer van het leven; het gaat hem om het geluk van het ware leven in deze wereld. Het is de ervaring van het eeuwige in de korte tijd dat we hier op aarde zijn. Hij verwijst hier positief naar Aristoteles: ‘Leef als een onsterfelijke’ en naar Spinoza’s gelukzaligheid (beatitudo) en naar Nietzsche’s vaak misbruikte übermensch.

Filosoof gelukkigste van iedereen

Zo begrijpt Badiou ook Plato’s overtuiging dat de filosoof de gelukkigste is van iedereen, gelukkiger dan de tiran, de rijken en de sensualisten, omdat de filosoof leeft onder het teken van de Idee. Het leven van de filosoof is een experiment van datgene waardoor het ware leven wordt gevormd. Het is ook de filosoof die weet wat dat ware leven is. Die bestudeert daarvoor namelijk de nieuw ontdekte waarheden in de kunst, politiek, wetenschap en liefde. Badiou begint met een bevestigend antwoord op de vraag naar het ware leven: ‘Oui! La vraie vie est présente’. Zijn filosofie is er een van denkend doen en al doende denken, hier, nu en in de toekomst.

We moeten vooral vóór iets zijn

Badiou lezen is moeilijk, want filosofie is lastig, en in een futloze wereld zonder Idee die overheerst wordt door 1001 meningen is het leven volgens een Idee niet gemakkelijk. Het begint allemaal met de concrete vraag: Hoe stellen we ons een andere situatie voor dan die waarin we ons nu bevinden? De volgende stap is het (samen) verwerkelijken ervan. Badiou staat voor een positieve filosofie: wat willen we bereiken? Hij benadrukt het belang van het ontwikkelen van een alternatief in denken en doen. Hiermee bekritiseert hij protesten die zich alleen maar tegen iets keren. We moeten vooral ook voor iets zijn.

Ten slotte, elke gedachte bevat een fundamentele keuze, aldus de wijsgeer. Het denken is op een diepgaande wijze vrij, maar niet opdat we alles maar kunnen zeggen wat we willen, want dat is de vrijheid van onverschilligheid en die is onbelangrijk. Als iets wordt ontdekt, als iets wordt gecreëerd, als iets nieuws wordt verwerkelijkt, dan is er altijd iemand geweest met een Idee. Een Idee in de sterke betekenis van het woord: iemand die een idee wezenlijk affirmeert.