Veel mensen associëren de Engelse carol singers met filmische beelden van groepjes vrome zangers in Victoriaanse kleding, die gewapend met liederenbundels door de straten gaan om kerstliederen te zingen. Een beetje zoals in een scène uit A Christmas Carol van Charles Dickens, met dikke dwarrelende sneeuwvlokken en kaarslicht achter bevroren ramen.
De oorsprong van deze traditie is heidens. Wat nu carols zijn, waren ooit volksliederen, heildronken en rondedansen tijdens oogstfeesten en winterzonnewendes. Zoals zoveel heidense rituelen, is deze traditie door de Christenen overgenomen en opgenomen in het kerstfeest. Franciscus van Assisi wordt aangewezen als de verantwoordelijke: hij zou in de 13e eeuw begonnen zijn met een kerststal en liederen die in de eigen taal gezongen werden, niet in het Latijn dat in de kerk gebruikelijk was. De bedoeling was om zo de ongeschoolde bevolking te bereiken met de kerstboodschap.
Aldus geschiedde ook in Engeland, en hoewel de traditie een tijdlang onder de radar bleef nadat de puriteinse Oliver Cromwell het kerstfeest in de 17e eeuw verbood, werd het zingen van kerstliederen in Victoriaanse tijden weer populair en kreeg het de vorm die we zo goed kennen uit de werken van Dickens.
In sommige delen van Engeland is de oude volkstraditie nog steeds springlevend, sterk verwoven met de geschiedenis van plaatsen en families
Tegenwoordig kun je nog steeds zangkoortjes in Victoriaanse klederdracht inhuren om een kerstmarkt of bedrijfskerstfeest op te luisteren. Ook zijn er zangkoren die geld inzamelen voor goede doelen door in de kerstperiode carols te zingen op straat of in winkelcentra. Daarnaast luisteren miljoenen mensen elke kerst naar het kerkelijke Carols from King’s op tv en radio. Klokslag 3 uur op 24 december begint een jonge solist uit het beroemde koor van King’s College in universiteitsstad Cambridge de eerste regels van Once in Royal David’s City. Maar is dat dan alles wat er nu van die traditie overgebleven is? Natuurlijk niet!
In sommige delen van Engeland is de oude volkstraditie nog levend en sterk verwoven met de geschiedenis van plaatsen en families. Bijvoorbeeld in Zuid-Yorkshire en Noord-Derbyshire (rond de stad Sheffield). De Sheffield pub carols die daar gezongen worden zijn vaak oudere varianten van de algemeen bekende Engelstalige kerstliederen, en lang niet zo braaf in de uitvoering als de Victoriaanse kerk het graag zag. Dat is meteen de reden waarom deze traditie zich ontwikkelde in de pubs, buiten de kerk om. Het begint allemaal rond 11 november, en hoe dichter bij kerst, hoe drukker het wordt bij de carolling-sessies. Niets wordt formeel georganiseerd, mensen komen gewoon opdagen en gaan zingen. Een caféruimte vol mensen, en alle aanwezigen zingen volop mee. Als niet-lokale bezoeker ben je er welkom, maar je moet bereid zijn mee te doen en meestal zijn de barstoelen al lang bezet! Er is gelukkig wel genoeg te drinken aanwezig om de keel te smeren.
Deze pub carols zijn een weerspiegeling van de landelijke gemeenschapszin van de dorpen waarin ze plaatsvinden, en van de koppigheid van de mensen die er wonen. Het zijn de gemeenschappen die de traditie levend houden. Familiebanden zorgen er vaak voor dat mensen die de regio verlaten hebben in de kerstperiode terugkomen om te zingen. En hoewel je kunt zeggen dat de Sheffield pub carols in de kern allemaal hetzelfde zijn, zijn er talloze mini-tradities die van plek tot plek verschillen en de onderlinge identiteit vastleggen, zodat er in een relatief kleine regio toch nog veel eigenheid is.
Deze onderlinge verschillen zitten zowel in het repertoire als in de manier van uitvoeren. Er zijn kerstliedjes die uniek zijn voor de omgeving, vaak van generatie op generatie worden doorgegeven, en die ook met trots geclaimd worden. Sommige daarvan zijn al bijna 200 jaar praktisch onveranderd gebleven. Er zijn liedjes die in het ene dorp wel gezongen worden, en in het andere dorp nooit. En ook de carols die wel breder bekend zijn, kennen toch lokale verschillen. Hier bijvoorbeeld altijd in een bepaalde toonhoogte of in een iets ander tempo gezongen dan verderop, of met een klein verschil in de tekst. Vooral het liedje While Shepherds Watched their Flocks staat erom bekend dat er vele variaties van zijn, gezongen op verschillende melodieën. Deze variaties zijn bekend onder namen als Pentonville, Cranbrook, Liverpool, Old Foster, Lloyd, Lyngham en meer, waarbij de aanduiding geen of weinig verband houdt met de tekst, maar meer met de melodie of met de naam van de plaats (of de familie) waar deze versie vandaan komt.
Wat nu carols zijn, waren ooit volksliederen, heildronken en rondedansen tijdens oogstfeesten en winterzonnewendes
En om het allemaal nog ingewikkelder te maken, is ook de praktische uitvoering doorspekt met minitradities. Hier wordt er wekelijks gezongen, daar slechts op bepaalde data. In Lodge Moor is instrumentale begeleiding uit den boze, in Dungworth gebruikt men een orgel, en in andere plaatsen is er een begeleiding van blaas- of snaarinstrumenten. In de ene pub wordt er altijd samen gezongen, in de andere pub worden ook solisten aangemoedigd het podium te pakken, en weer ergens anders is er een koortje dat de avond begeleidt.
Het hele gebeuren is zelfs zo populair aan het worden dat ook in andere delen van Engeland vergelijkbare carolling-tradities weer nieuw leven ingeblazen wordt, soms met wat nieuwe invloeden uit Zuid-Yorkshire en Noord-Derbyshire.