In het Utrechtse Leusden bevindt zich sinds 1948 een stukje Sovjet-Unie in Nederland. Naast de algemene begraafplaats Rusthof ligt namelijk het Sovjet Ereveld. Op deze militaire begraafplaats staat in Sovjetstijl een grote erezuil met hamer en sikkel en hebben 865 soldaten uit de voormalige Sovjet-Unie hun laatste rustplaats gevonden. Soldaten uit Oekraïne, Rusland en veel andere voormalige Sovjetrepublieken liggen er zij aan zij. Wie zijn deze soldaten en hoe zijn ze in Leusden terecht gekomen?
Kamp Amersfoort
De eerste groep soldaten die op het Ereveld begraven werd, was afkomstig uit Kamp Amersfoort. Van oorsprong was dit kamp een kazerneterrein van het Nederlandse leger. De Duitse bezetter gebruikte de locatie na augustus 1941 als een staf- en doorgangskamp voor onder andere verzetsstrijders, communisten, Joden én 101 Sovjetsoldaten. Het betrof soldaten uit het Rode Leger die door de Duitsers in 1941 krijgsgevangen waren gemaakt en bijna allemaal uit de Sovjetrepublieken Kazachstan en Oezbekistan kwamen. Ze waren door de Duitsers naar Nederland gebracht om aan de bevolking te laten zien dat de Sovjet-Unie uit zogenaamde Untermenschen bestond, maar Nederlanders die de soldaten voorbij zagen marcheren hadden voornamelijk medelijden met ze. In Kamp Amersfoort werden de Sovjetsoldaten, vergeleken met andere groepen, extra slecht behandeld. Ze moesten zware dwangarbeid verrichten bij de bouw van een schietbaan. Berucht was ook de zogenaamde Rozentuin, een plek die zo genoemd werd omdat er aan alle kanten prikkeldraad was. Gevangen moesten er voor straf urenlang stilstaan. Als gevolg van de slechte behandeling stierven 24 van de 101 soldaten binnen een half jaar. De overige 77 soldaten werden op 9 april 1942 geëxecuteerd. Na de oorlog zijn alle 101 soldaten samen op het Sovjet Ereveld herbegraven.
Soldaten uit Oekraïne, Rusland en veel andere voormalige Sovjetrepublieken liggen er zij aan zij.
Amerikaanse bevrijding
In totaal zijn 691 Sovjetsoldaten op het Sovjet Ereveld terecht gekomen door de Amerikanen. In april 1945 trok het Amerikaanse leger steeds dieper het Ruhrgebied in en bevrijdde daarbij werkkampen met krijgsgevangen uit het Rode Leger. Waaronder ook de kampen Stalag VI-A in Hemer en Stalag VI-K in Stukenbrock, niet ver van de Nederlands grens. Nazi-Duitsland had de Geneefse Conventie voor de behandeling van krijgsgevangenen geratificeerd maar paste deze niet toe op krijgsgevangenen uit de Sovjet-Unie. Naar schatting 2,3 tot 3 miljoen Sovjetsoldaten zijn in Duitse krijgsgevangenschap omgekomen. Bij de bevrijding van de kampen in Hemer en Stukenbrock waren veel Sovjetsoldaten er door dwangarbeid, ondervoeding en ziekte dan ook slecht aan toe. Het Amerikaanse leger probeerde zoveel mogelijk soldaten het leven te redden door ze in Duitse ziekenhuizen te laten opnemen. Sovjetsoldaten die in de ziekenhuizen in de eerste dagen en weken na de bevrijding door ziekte en uitputting alsnog bezweken, werden samen met andere geallieerde soldaten door de Amerikanen in het Limburgse Margraten begraven. In 1947 werd besloten om van Margraten een permanente Amerikaanse militaire begraafplaat te maken. De Sovjetsoldaten werden herbegraven in Leusden omdat daar al 101 soldaten uit het Rode Leger begraven waren.
Dwangarbeiders en Sovjetsoldaten in Duitse dienst
Doordat er al veel Sovjetsoldaten in Leusden begraven lagen, werd het een verzamelplaats voor omgekomen soldaten en dwangarbeiders uit de Sovjet-Unie. Hieronder vielen in sommige gevallen ook Sovjetsoldaten die in Duitse dienst waren getreden. Deze soldaten maakten deel uit van militaire eenheden die door de Duitsers waren samengesteld uit niet-Russische minderheden van de Sovjet-Unie. Deze zogenaamde Ostlegionen bestonden deels uit echte vrijwilligers die tegen het communisme vochten en deels uit voormalige Sovjetsoldaten die aan de slechte omstandigheden in de krijgsgevangenkampen wilden ontsnappen. In Nederland waren in het begin van 1945 Ostlegionen gelegerd met soldaten uit de Sovjetrepublieken Georgië, Armenië en Turkmenistan. Op papier waren de eenheden in Duitse dienst maar in de praktijk werkte een deel van de soldaten ook samen met het Nederlandse verzet. In Zeeland bijvoorbeeld smokkelden Armeense soldaten in Duitse dienst wapens voor het Nederlandse verzet. Op Texel probeerden Georgische soldaten in april 1945 tevergeefs de Duitse bezettingsmacht te overmeesteren. Deze strijd eindigde pas op 20 mei, vijftien dagen na de Duitse capitulatie, en kostte honderden soldaten en tientallen Texelaren het leven. Een deel van de omgekomen Sovjetsoldaten in Duitse dienst is uiteindelijk in Leusden begraven.
Verdere geschiedenis van het Ereveld
Wie meer wil weten over het Sovjet Ereveld kan eind dit jaar terecht bij een nieuw museum in Leusden. In het museum zal informatie te vinden zijn over het lot van individuele soldaten, de geschiedenis van het Ereveld zelf en de zoektocht naar nabestaanden. Ook kunnen bezoekers met behulp van virtual reality in de huid van een Sovjetsoldaat kruipen en een loopgraaf aan het front bezoeken.