Fietsen naar Italië: over yoga en de betovering van klimmen en dalen

En zo heb je dus een yogamat gekocht, een app geïnstalleerd en ben je begonnen oefenen. Een half jaar lang werk je aan je core-stability, elke ochtend. Want naast die mat staat namelijk je fiets, en die zegt: ’Jij wilt op de fiets naar Italië? Wat leuk! Maar zorg dan wel voor soepele spieren en stap maar op, net zo lang tot je met gemak twee keer per week honderd kilometer kan fietsen. Dan komt het goed!

Eind mei 2022 is het dan is het zover. Op naar het land van de spaghettata’s. Het land waar de mensen genieten van lekker eten en urenlang tafelen. In je ondermaatse fietstas is een uitgekiende mini-garderobe minstens zo belangrijk als fietsbroeken met zeem, een fietsshirt à la de nieuwste mode, technische sokken, fietshandschoenen, helm en sportbril, pleisters, een regenjas, zonnebrandcrème en natuurlijk een reparatieset.

Maar waarom zou je op de fiets van, laten we zeggen, Rotterdam, naar Pisa reizen als het ook met de auto, de trein of het vliegtuig kan? Een scheutje filosofie helpt om het antwoord te vinden: Omdat het fijn is om onderweg te zijn. Met de nadruk op het zijn. Onderweg zie je hoe het landschap langzaam verandert en je begrijpt waarom al die verschillende landvormen juist op die plekken zijn ontstaan. Om de bijzondere ontmoetingen met mens en dier. Chi va piano va sano e va lontano zeggen de Italianen, wat iets betekent als ‘langzaam maar zeker komt de slak ook in de ark’.

Want juist het tempo is wat de dagen vormgeeft. In het Rijndal, langs de Franse kanalen en aan de oevers van de rivier de Adda in Italië is het ritme moderato, relaxed. Maar in de heuvels van het Zwarte woud en in de bergen van de Alpen en de Apennijnen wisselt de snelheid van lento naar vivace; langzaam en lijdzaam omhoog en daarna in een rotvaart naar beneden. Soms is het onverwachts staccato, tijdens een spannend moment op een drukke weg langs het Comomeer of als er een onweersbui dreigt. Tenslotte een adagio, uitrusten met een biertje, een douche, een wandeling, heerlijk eten en een zacht bed.

Het doel bereiken is als het verbreken van de betovering.

‘Hallo, is daar iemand?’ Met de fiets als ijsbreker en de fietstassen als gespreksopener krijg je een kop thee aangeboden terwijl je schuilt voor een stortbui; neemt een groep jonge wielrenners je liefdevol in hun midden op, om je te beschermen tegen een straffe tegenwind; maakt de kok van het hotel in Freiburg laat op de avond toch nog een pasta voor je klaar omdat ‘ie zelf elke vrije dag op zijn fiets zit; nodigen de dorpsbewoners van een Zwitsers dorp je uit om in de Rijn te springen en mee te zwemmen met een vloot drijvende opblaasboten. De barbecues draaien er overuren en de biertjes komen er als vanzelf in je hand terecht.

Op de Albulapas in de Zwitserse alpen, de oude zoutroute tussen Noord-Europa en het Zuiden, zit het enige zout in de wijde omtrek op je eigen lijf en in je ogen. Het is een klim van 35 kilometer. Niet eenzaam zwoegend, maar samen met je medereizigers bereik je juichend en hijgend de top. En tenslotte zijn er de fietsenmakers in het dorp Gorgonzola waarvan de een je kapotte voorband onderhanden neemt en de ander je een koffietje aanbiedt. Pagare? Nulla! Betalen? Niks d’r van, niet nodig. Een speciale vermelding verdient de Adda, een wonderschone rivier met twee gezichten, waarlangs je Milaan bereikt. Er is een pittig gedeelte met een groot verval waar de negentiende-eeuwse krachtcentrales hun werk doen en een rustig stromend stuk met overhangende struiken en bomen waarin vogels elkaar overstemmen. Hier wijst een medefietser, een buurtbewoner die zijn zondagse rondje fietst, de weg naar het dorp Crespi d’Adda. (Alessandra Selmi schreef over het leven in dit dorp de roman Al di qua del fiume, vertaald door Saskia Peterzon-Kotte als ‘Aan deze kant van de rivier’.)

Helaas ontkom je niet aan de minder fraaie kanten van je fietstocht naar Italië. Neem nou de eindeloze Franse en Italiaanse velden met zonnebloemen, tarwe, maïs of tomaten. Ze zijn weliswaar mooi om te zien, maar ze veroorzaken vroeg of laat bodemdegradatie door monocultuur. De maïsplanten zijn verbrand door de gloeiende zomerhitte.  Ze omringen de felgroene rijstvelden ten zuiden van Milaan. Het water uit de kanalen, waterputten en sluisjes zorgt er al eeuwen voor dat de tere rijstplantjes al pootjebadend volwassen kunnen worden.

Ook de tomatenplanten van het goedmoedige merk Mutti liggen levenloos in de kilometerslange velden bij Parma. Het is er dat jaar namelijk uitzonderlijk warm en droog. Sommige zandkleurige fattorie, boerderijen, zijn onbewoond en vervallen en geven de Povlakte een zonovergoten maar melancholieke sfeer. Ook in de Apennijnen is deze hete zomer een probleem. De stenen beddingen van de rivieren snakken naar het water. Na de klim over de Passo della Cisa lonkt de zee en uiteindelijk doemt ook de scheve toren van Pisa op.

Wie reist zonder het doel de hoofdrol te geven, wil onderweg blijven. Je trapt de pedalen rond. Een hond blaft. Een bij zoemt. Koeienbellen rinkelen. Bloemen geuren langs verlaten wegen. Je fiets leunt tegen een boom, je luncht in het gras. Het doel bereiken is als het verbreken van de betovering. Na afloop beloof je jezelf een volgende tocht.