Van espresso tot cappuccino – de sociale kracht van Italiaanse koffie

Italië en koffie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Maar wist je dat koffie hier meer is dan alleen een dagelijkse opkikker? Het is een ritueel, een kunstvorm en een levensstijl. Italianen gebruiken jaarlijks gemiddeld zes kilo koffiebonen per persoon en achter elk kopje espresso of cappuccino schuilt een verhaal van cultuur en vakmanschap en een wereld van smaak, van de zorgvuldig geselecteerde Arabica- en Robustabonen tot iconische blends. Benieuwd naar het verhaal achter jouw favoriete Italiaanse kopje koffie? Duik mee in de fascinerende geschiedenis en ontdek hoe koffie hart en ziel van de Italianen veroverd heeft.

Koffie is hét symbool van Italië, maar de wortels van het geurige brouwsel liggen verrassend genoeg in het Midden-Oosten. Daar werd het eeuwen geleden voor het eerst bereid en al snel omarmd als een magische drank. In de Arabische wereld was koffie zo waardevol dat men zijn bestaan aanvankelijk geheim probeerde te houden. Aan het einde van de veertiende eeuw openden de eerste koffiehuizen hun deuren. Hier werd de zwarte drank niet alleen als medicijn gebruikt, maar ook als smakelijke traktatie. Al snel werd het koffiedrinken hier een belangrijk sociaal ritueel. Een mysterieus begin voor wat later bij uitstek een Italiaanse passie zou worden!

Toen de eerste koffie in Europa arriveerde, werd de exotische drank met zijn stimulerende kracht al snel gebrandmerkt als ‘de drank van de duivel’. De Kerk vreesde dat de opwekkende effecten van de cafeïne de gelovigen op het pad der zonden zouden voeren. Maar Paus Clemens VIII was ruimer van blik en besloot het drankje te zegenen in plaats van het te verbieden. Hierdoor werd het koffiedrinken ook voor de gelovige christenen een geaccepteerde gewoonte. Vanaf dat moment veroverde de drank al snel de harten van de Italianen. In Venetië werd koffie aanvankelijk als medicijn verkocht in apotheken, maar de Venetiaanse liefde voor het brouwsel groeide razendsnel en tegen 1763 telde de stad meer dan tweehonderd koffiehuizen. Het waren bruisende plekken waar mensen bijeenkwamen en verhalen deelden. Al snel werd koffie een symbool voor ontspanning en verbondenheid. Zo begon de Italiaanse koffiecultuur aan zijn onstuitbare opmars.

Toen koffie voor het eerst in Europa arriveerde, werd de exotische drank gebrandmerkt als ‘de drank van de duivel’.

In Napels veranderde in de vroege negentiende eeuw het traditionele Turkse bereidingsproces door de komst van de cuccumella, een voorloper van de moderne koffiezetapparaten. Dit apparaat, dat bekend staat als de caffettiera napoletana, werd een icoon van de Napolitaanse koffiecultuur. Later ontstonden ook de Moka en de moderne espressomachine. Deze laatste werd ontworpen om sneller koffie te zetten en zo de wachttijd in de drukbezochte koffiehuizen te verkorten. In 1901 presenteerde Luigi Bezzera een werkend prototype, wat de weg vrijmaakte voor de massaproductie van espressomachines. In 1933 vond Alfonso Bialetti de iconische Moka Express uit. Dit simpele apparaatje werd al snel razendpopulair en is tegenwoordig in elk Italiaans huishouden te vinden. Tegenwoordig is koffie onlosmakelijk verbonden met de Italiaanse identiteit en in de ruim 150.000 café’s van het land worden dagelijks miljoenen kopjes espresso geschonken. Zelfs in de ruimte wordt Italiaanse koffie gedronken sinds de lancering van het ISSpresso-project in 2015, waarbij een espressomachine werd ontwikkeld voor het Internationale Ruimtestation (ISS). In Italië zelf wordt overigens nauwelijks koffie verbouwd. Pas sinds 2017 groeien er koffieplanten op Sicilië, waar het volledige productieproces van teelt tot branden plaatsvindt.

Italië kent een enorme hoeveelheid koffievarianten, van de krachtige espresso tot de romige cappuccino. De espresso, voor de Italianen de ‘gewone’ koffie, is de grote favoriet en wordt in de talloze Italiaanse café’s vaak al voor een euro geserveerd. Wie zijn koffie graag nóg sterker drinkt, kan kiezen voor een ristretto, terwijl de lungo, met meer water, de mildere optie is. Voor de liefhebbers van koffie met melk zijn er klassiekers zoals cappuccino, met een romige melkschuimtop, of de melkachtige latte macchiato. Andere populaire variaties zijn de marocchino (een espresso met melk en cacao) en de caffè macchiato, een espresso met een klein scheutje opgeschuimde melk. In de zomer is de caffè shakerato, een koude espresso met suiker en vanillelikeur, een populaire verfrissing. Voor wie iets bijzonders zoekt, is er de caffè al ginseng, een energieke koffie met de verrassende smaak van ginsengwortel. En voor de avontuurlijke koffiedrinker is er de caffè corretto, een espresso met een scheutje grappa of sambuca voor een extra kick. Natuurlijk is er ook de iconische caffè della moka, die je thuis maakt met de beroemde moka-pot.

In de bijna 150.000 cafés van Italië worden dagelijks miljoenen kopjes espresso geschonken.

Voor het drinken van cappuccino in Italië gelden strikte regels. In tegenstelling tot in Nederland, waar cappuccino’s op elk moment van de dag gedronken worden, is dit in Italië volstrekt ongebruikelijk na 11 uur ´s ochtends en al helemaal na het avondeten. De traditionele cappuccino wordt geserveerd in een kopje van ongeveer 125 ml en variaties hierop zijn zeldzaam. Bovendien hoort er altijd een schoteltje en een lepeltje bij. Je roert je koffie goed door, of je nu suiker toevoegt of niet. Je mag je cornetto, een zoete croissant, er naar hartenlust in soppen, maar het schuim opeten met je lepel is absoluut taboe. Ook je pink omhoog houden als je je kopje naar je mond brengt, is een grote faux pas.

Koffie is in Italië een belangrijk onderdeel van de sociale cultuur. In de drukke steden betekent koffie vaak een kort moment van pauze in de bar, waar de stedelingen een espresso drinken en even snel bijpraten. Thuis daarentegen is koffie, vaak gezet in de klassieke moka-pot, een intiem moment samen met familie of vrienden. Of het nu gaat om een korte werkpauze of een gezellig samenzijn, koffie is de verbindende factor in het Italiaanse leven.

Zo zijn de café’s in Napels de plekken waar de stad tot leven komt. Je hoort in deze stad vaak de iconische uitdrukking ‘O vuò ‘o cafè?’, een uitnodiging voor zowel koffie als sociaal contact. Koffie is hier een symbool van gemeenschap en verbinding, zoals duidelijk te zien is in de traditie van de caffè sospeso. Deze traditie zou toevallig ontstaan zijn. Soms werd bij het afrekenen per ongeluk een extra koffie betaald en de te veel betaalde koffie werd dan als gift aan een volgende, vaak onbekende gast gegeven. Dit eenvoudige gebaar is uitgegroeid tot een symbool van de Napolitaanse gastvrijheid en solidariteit.

Cappuccino drink je in Italië alleen in de ochtend, niet na 11 uur en al helemaal niet na het avondeten.

Koffiecultuur in Italië verschilt per regio en biedt verrassende variaties. In het noorden, waar espresso vaak gezet wordt met lichtere Arabicabonen, heeft de koffie een fruitige, milde smaak met een lichte zuurgraad. In de zomer is de espresso shakerato er een geliefde verfrissing. Daarnaast is er na de maaltijd de ammazzacaffè, die ook vooral populair is in het noorden van Italië. Het is de likeur of brandewijn die wordt gedronken na de koffie om de smaak ervan te neutraliseren, wat ook wordt weerspiegeld in de term, die letterlijk ‘koffie doden’ betekent. In Turijn vind je de caffè torinese, ook wel la Bavareisa genoemd, die bestaat uit koffie, chocolade, melkroom en suikersiroop. De caffè Padovano is een bijzonder drankje uit Padua, ontstaan in de historische bar Caffè Pedrocchi. Het combineert espresso met muntcrème, slagroom, melk en cacaopoeder en wordt door de inwoners van Padua caffè Pedrocchi genoemd.

In het zuiden, vooral in Napels, bestaat een voorkeur voor een sterkere koffie. Hier wordt vaak een mengsel van Robustabonen gebruikt, wat zorgt voor de diepe, bittere smaak die typisch is voor de regio. Een absolute favoriet is de ristretto, die meestal geserveerd wordt in verwarmde kopjes, vaak voorafgegaan door een verfrissend glas koud water. Hier is het ook gebruikelijk om suiker toe te voegen aan je espresso. Zoals gezegd is Napels de geboorteplaats van de cuccumella, waarmee de traditionele tazzulella wordt gezet: een zwarte, sterke koffie met een opvallend rijke geur. In Zuid-Puglia vind je een andere regionale koffiespecialiteit. Hier krijg je een glas met drie ijsblokjes en een laagje amandelmelk. Daarover wordt een shot espresso geschonken voor een verfrissende caffè salentino, of caffè leccese. Veel locals vinden dit een toeristische term en noemen het drankje caffè in ghiaccio con latte di mandorla, koffie met ijs en amandelmelk, hoewel de amandelmelk eigenlijk geen melk is maar siroop. De caffè calabrese uit Calabrië bevat cognac en zoethout, wat de koffie niet alleen krachtig maakt, maar ook heerlijk zacht.

Koffie is in Italië dus veel meer dan zomaar een drankje. Het is een weerspiegeling van de lokale cultuur en tradities en zoals hier vaak gezegd wordt: Regione che vai, caffè che trovi, ‘Andere regio, andere koffie’. Maar de passie waarmee koffie gezet en gedronken wordt, blijft in heel Italië hetzelfde.