Van Sint-Nicolaas tot Santa Claus: de geschiedenis van de kersthelden

In de vreugdevolle decembermaand rollen we van het ene kinderfestijn in het andere. De Kerstman wisselt Sinterklaas af. Ook Santa Claus geeft samen met Father Christmas en Kris Kringle deze eindejaarsperiode extra glans. We komen veel verschillende in rood geklede types tegen tijdens de laatste dagen van het jaar. Zijn deze folkloristische figuren toevallig dezelfde persoon? En hoe zit het eigenlijk met de vele namen voor deze kindervrienden? In dit artikel schijnen we een licht op de mythes en zoeken we naar overeenkomsten en verschillen.

Sinterklaas anno nu

Sinterklaas is de hoofdpersoon van het eeuwenoude sinterklaasfeest. Van oudsher vieren we pakjesavond op 5 december. Dat is de avond voor zijn verjaardag en voor zijn terugkeer naar Spanje. Sinterklaas en zijn helpers, de Pieten, brengen kinderen dan in het geheim geschenkjes en lekkernijen. In België krijgen de kinderen pakjes in hun schoen op de ochtend van 6 december. We kennen Sinterklaas als een statige oude man met een lange witte baard en lange haren. Hij draagt een rode mijter, een tabberd en hij houdt een goudkleurige staf in zijn hand. Kenmerkend voor deze kindervriend is dat hij op zijn schimmel over de daken van huizen rijdt.

Achtergrond van Sinterklaas

Maar wat weten we nu echt over dit type? Hij wordt ook wel Sint, Sint-Nicolaas of de goedheiligman genoemd en is gebaseerd op de Griekse bisschop Nicolaas van Myra. Hij leefde aan het eind van de derde en het begin van de vierde eeuw na Christus in Lycië dat zich in het huidige Turkije bevindt. De bisschop Nicolaas stond bekend om zijn goede daden en wonderen. Het verhaal gaat dat hij gouden ballen bij een arme familie naar binnen wierp. Volgens een andere vertelling wist deze heiligman drie vermoorde jongetjes weer tot leven te wekken. Het is een van de wonderen die hem tot beschermheilige van alle kinderen maakte.

Sinterklaas gaat de wereld over

Nederlandse en Belgische emigranten namen de tradities rondom Sinterklaas mee naar de Nieuwe Wereld. Aan het begin van de negentiende eeuw veranderde hij in Amerika langzaam in de Kerstman. In het vroege koloniale Amerika leek Kerstmis nog niet op de festiviteiten zoals we die vandaag de dag kennen. Er bestond bijvoorbeeld geen magische figuur die kinderen geschenkjes bracht. Een aantal Amerikaanse dichters en schrijvers wilde van Kerstmis een populaire familieaangelegenheid maken. Dat deden ze door de oude geschiedenis omtrent Sint-Nicolaas te gebruiken.

Amerikaanse kinderversjes geven Santa Claus gezicht

In 1809 beeldde de schrijver Washington Irving hem in zijn boek Knickerbocker’s History of New York af in een koets die over de daken vloog. Dat de naam voor Kerstman in het Engels direct afgeleid is van Sint-Nicolaas is niet moeilijk te raden.

In een lief Amerikaans kindergedichtje uit 1821 met de titel A New Year’s Present werd Santa Claus voor het eerst gekoppeld aan rendieren. Het rijmpje gaat zo:

Old Santeclaus with much delight
His reindeer drives this frosty night.
O’er chimneytops, and tracks of snow,
To bring his yearly gifts to you.

Volgens de uitgever van de anonieme auteur kwam zijn moeder uit de koude poolstreek. Ze was waarschijnlijk een Sami, een eeuwenoud volk met een eigen cultuur, taal en gebruiken dat in Lapland woont. Dit land bevindt zich in het noordelijke deel van Zweden, Noorwegen, Finland en Rusland. Tot op de dag van vandaag voorzien de Sami in hun levensonderhoud door rendieren te houden.

Twee jaar later schreef Clement Clarke Moore het gedicht A visit from St. Nicholas waarin de identiteit van Santa Claus meer gestalte kreeg. Eveneens werd hij in dit versje vergezeld door rendieren, kreeg hij zijn kenmerkende ‘ho ho ho’-kreet en werd duidelijk dat hij via de schoorsteen de huizen binnenging om de sokken van kinderen te vullen op kerstochtend.

Santa Claus wordt vrolijke dikke kindervriend met witte baard

De Duits-Amerikaanse illustrator Thomas Nast gaf Santa Claus pas echt een gezicht en dacht hem tot in de kleinste details uit. De Noordpool werd zijn thuisbasis waar elfjes speelgoed maakten in de werkplaats. Vanuit het ijzig koude Noorden vloog Santa Claus door de lucht in een arrenslee getrokken door zijn acht rendieren. Halverwege de twintigste eeuw werd het imago van Santa Claus gefinetuned door Haddon Sundblom. Deze Amerikaanse illustrator van Zweedse en Finse afkomst maakte omstreeks 1930 reclameposters voor The Coca Cola Company. Hij gaf Santa Claus het beeld van de vrolijke en dikke kindervriend met witte baard, rood pak met zwarte leren riem en laarzen. Op die manier zien we hem vandaag nog steeds.

Nog meer linkjes naar rendieren uit Scandinavië

Met de komst van Nederlanders, Duitsers en Scandinaviërs in Amerika kwamen ook diverse decembertradities mee. Zo ook de rendieren die het verhaal van de Kerstman sindsdien opluisteren. Een van Santa’s rendieren heet Donner wat afgeleid is van het woord ‘donder’. Dit is een verwijzing naar Thor, de Germaanse dondergod, die in een door magische geiten getrokken kar door de lucht vloog. In Finland heet de Kerstman de Joulupukki (ook wel Joelbok genoemd). Hij werd vroeger als een angstaanjagend geitachtig figuur van stro uitgebeeld dat kinderen bang maakte om hen gehoorzaam te houden. De voormalige Zwarte Pieten jaagden kinderen ook angst aan met hun roe. Joulupukki veranderde later in een vriendelijke cadeaubrenger met een uiterlijk dat sterk lijkt op dat van Santa Claus.

Overlap tussen de Finse Joulupukki en Zweedse Jultomten metde Kerstman

De Zweedse Kerstman die Jultomten heet, is nauw verbonden met de Joelbok. Deze twee figuren hebben wortels in oude Scandinavische folklore. Voor de intrede van de Jultomten was ook hier de strogeit – net als in Finland – het symbool van Kerstmis dat presentjes bracht. De Jultomten is een vriendelijk mannetje dat geïnspireerd is op de Europese Kerstman en op een kabouter die boerderijen en dieren beschermde, de zogenaamde tomte. Door de prominente rol van de Jultomten kreeg de Joelbok meer een decoratieve functie. Opvallend verschil: de Jultomten en de Joulupukki brengen de aardigheidjes niet door de schoorsteen terwijl Sinterklaas en de Kerstman dat wel doen.

Father Christmas helpt imago Santa Claus

De Britse Father Christmas heeft mogelijk bijgedragen aan het beeld van de Amerikaanse Santa Claus. Zijn oorsprong gaat terug tot de vijftiende eeuw, toen hij werd afgebeeld als een joviale, bebaarde man in groene kleding en was het teken van wintervreugde en overvloed. Zijn rol was werelds en weerspiegelde heidense wintergewoonten. Father Christmas groeide uit tot een nostalgisch symbool van vrijheid tijdens de puriteinse overheersing in de zeventiende eeuw toen kerstvieringen juist verboden werden. In het Victoriaanse tijdperk beleefde hij een transformatie mede door het werk van schrijver Charles Dickens. Father Christmas werd geassocieerd met compassie, cadeaus en familiewaarden. Uiteindelijk versmolt hij met de Amerikaanse Santa Claus.

Duitse Christkind doet een duit in het zakje

Duitse immigranten in de Verenigde Staten brachten ook hun Christkind (Christuskind) mee. Dit Christkind werd in de zestiende eeuw geïntroduceerd door de protestantse priester Martin Luther. Hij was tegen de verheerlijking van katholieke heiligen en legde de focus op het kindje Jezus waardoor de feestdag van Sinterklaas op 6 december naar Kerstmis verschoof. Engelstaligen verbasterden Christkind tot Kris Kringle. De naam verloor zijn religieuze betekenis en werd een equivalent voor Santa Claus. Dit kwam onder andere door negentiende-eeuwse literatuur en populaire cultuur. Zo ontstond in Amerika een mengvorm waarin de Christkind-sage samensmolt met Sinterklaas en Father Christmas. Het resultaat is een moderne en universele Kerstman zoals we die nu wereldwijd kennen. Noord-Europese immigranten namen hun decemberrituelen mee tijdens hun oversteek. Eenmaal in Amerika begonnen legendes en gewoontes in elkaar over te lopen. Uiteindelijk leidde dat tot de onmiskenbare Kerstman die zowel in Europa als Amerika populair is, maar waarvoor Sinterklaas toch wel een stevig fundament legde. We kunnen concluderen dat de diverse benamingen als synoniemen voor elkaar fungeren.